Bij de nomaden in de Bayuda Woestijn

We rijden vandaag van Karima naar Meroë, een afstand van 330 kilometer. Al even buiten Karima gaan we de grote weg af, de Bayuda Woestijn in. De woestijn is hier niet alleen zand. Er groeit ook nog wel het een en ander: bomen, struiken en gewassen van boeren.

De akkers liggen er goed bij

De akkers liggen er goed bij

Bij een eerste verzameling hutjes stoppen we. Deze horen bij een prima uitziende akker, waar de mannen aan het werk zijn. De vrouwen en kinderen schuilen bij de hutten. Ze hebben ook geiten en ezels. In de hutten staat niet veel meer dan een bed. Het ziet er niet naar uit dat ze veel rondtrekken, dit is toch wel een semi-permanente verblijfplaats. Zolang het land goed genoeg is om van te eten, blijven ze hier.

Hutje van de nomaden

Hutje van de nomaden

We rijden verder over het zand. De woestijn verandert regelmatig van kleur: er is een gedeelte met zwarte basaltheuvels, andere delen zijn meer bruin of bijna wit.

Witte woestijn

Witte woestijn

Diep in de woestijn stuiten we op een tweede nomadenkamp. Hier wonen 3 generaties van één familie. Ook zij hebben zich hier gevestigd omdat de grond goed is om iets te verbouwen. Hun hutten zijn gemaakt van geweven takken.
De oudste vrouw heeft drie kerven aan weerszijden van haar gezicht. Dit was onder deze nomadenstam de traditie als een symbool van schoonheid. Ze is nu “ergens in de 40”. Haar dochters hebben dit niet meer.

De vrouwelijke leden van de nomadenfamilie

De vrouwelijke leden van de nomadenfamilie

De mannen van de familie zitten buiten in de schaduw van een hut te roken, en zien lachend toe hoe hun vrouwelijke familieleden uitgebreid op de foto worden gezet.

In het laatste stuk door de woestijn zien we in de verte zelfs een meer. Grote verzamelingen geiten en kamelen staan eromheen te drinken. Je verwacht hier niet zoveel water te zien, maar in de regentijd kan het hier best groen zijn.

Kamelen op weg naar de drinkplaats

Kamelen op weg naar de drinkplaats

Na 4 uur hobbelen bereiken we eindelijk weer de grote weg. Het was een mooie tocht, maar ik ben blij toch weer wat rustiger te zitten. We stoppen al snel bij twee bomen (voor de broodnodige schaduw) voor lunch. De chauffeurs pakken zoals gebruikelijk de afgelopen week alles uit: lange, gedekte tafels, stoeltjes en uiteraard schalen vol met eten. Afvallen doe je niet op deze reis.

Dan rest nog het laatste stuk naar Meroë over de grote weg. Hoe lang het is weet niemand: je ziet nauwelijk borden langs de weg, en ook de kaart in mijn reisgids is heel onnauwkeurig. Het blijkt nog een enorm lange zit te worden, over de saaiste weg die we tot nu toe hebben gezien. Ik dommel steeds in slaap. Bij de stad Atbara gaan we tanken en koop ik wat zoets om weer energie te krijgen.

Uiteindelijk zijn we precies met zonsondergang bij de piramides van Meroë: om 18.15 uur. Ik kan nog net een paar foto’s maken van de zon die achter de silhouetten van de piramides verdwijnt. Het was een vermoeiende dag.

Ondergaande zon bij de piramides van Meroë

Ondergaande zon bij de piramides van Meroë

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s