Er wonen ruim 800.000 mensen in Edmonton, de hoofdstad van de Canadese provincie Alberta. Het is een echt “Amerikaanse” stad: wolkenkrabbers downtown en veel winkelcentra. En je moet overal met de auto naar toe. Zo rijd ik vanochtend een kilometer naar de Starbucks voor mijn ontbijt. Er is ook een veelbezochte drive thru bij, voor mensen die onderweg naar hun werk nog even een koffie meepakken vanuit de auto. Ik ben wel blij eindelijk weer eens bruin brood en yoghurt in de ochtend te eten, in plaats van een volledig gebakken / gekookte maaltijd zoals de afgelopen dagen.
Tegen tienen ga ik op pad Edmonton in. Ik heb op een briefje de locaties geschreven van de dingen die ik wil bezoeken. Geen idee of het bij elkaar in de buurt ligt, maar mijn Garmin GPS brengt me er wel. Het viel niet mee om ook maar iets bezienswaardigs in Edmonton te ontdekken. Toch gek voor zo’n grote stad. Wat doen die mensen hier toch in hun vrije tijd? Vooral shoppen en naar middelmatige restaurants gaan, heb ik zo het idee.
Mijn eerste stop is het Royal Alberta Museum. Het is het provinciale museum van Alberta, ‘koninklijk’ gemaakt na een bezoek van koningin Elizabeth in 2005. Het heeft een ruimte met opgezette dieren die in de provincie voorkomen. Zo kan ik nog een paar beestjes zien die ik de afgelopen 2 weken in levende lijve gemist heb. Het meest interessante deel van het museum is boven: daar is een tentoonstelling over de oorspronkelijke bewoners van dit deel van Canada. Na 50 minuten sta ik weer buiten, het is niet zo groot.
Ik rijd dan door naar zo ongeveer het enige historische gebouw in Edmonton: de Alberta Legislature Building. Het stamt uit 1913 en is gebouwd in de Beaux-Arts-stijl. Het is inderdaad een heel opvallend gebouw in zijn omgeving, paleisachtig, het heeft ook wel wat weg van het Witte Huis. Ik kan er niet goed parkeren in de buurt, dus geen foto…
Verder dan maar naar mijn volgende bestemmingen. Ik ga een paar kledingwinkels bezoeken in de hoop vast een deel van mijn herfst/winter-aankopen te doen. Hiervoor moet ik weer naar een ander deel van Edmonton. Ik rijd ook door het echte centrum, downtown, maar ook daar is weinig spannends te zien.
Bij de winkels slaag ik bijzonder goed. Merkkleding is er erg goedkoop, echt minstens de helft van wat je in Nederland betaalt. Het is voor het eerst dat ik in Noord-Amerika kleding koop. Grappig in de winkel is dat de paskamers zijn afgesloten, en alleen de verkoopster een sleutel heeft. Zijn ze soms bang dat je in het pashokje blijft overnachten?
Na een lange siësta in het hotel, ga ik aan het eind van de middag naar nog een winkelparadijs in Edmonton. De West Edmonton Mall is het grootste winkelcentrum van Noord-Amerika, en tot 2004 zelfs het grootste ter wereld. Het is inmiddels voorbij gestreefd door 13 centra in Azië. Het heeft 24 ingangen, dus je moet wel goed onthouden waar je je auto neerzet. Behalve meer dan 800 winkels zijn er ook vormen van amusement, zoals een schaatsbaan en een show met zeeleeuwen. Ik loop er een uurtje rond en ga dan wat eten. De reis zit erop!