Wat is het?
In het midden van Mexico liggen drie natuurreservaten die de overwinterende monarchvlinders beschermen. De oranje monarchvlinder stamt uit Noord-Amerika, en vliegt na elke zomer zuidwaarts om in deze specifieke bossen in Mexico neer te strijken. Dat doen ze met miljoenen, misschien wel een miljard tegelijk. In het voorjaar vliegen ze weer terug naar de VS en Canada.
Cijfer: 8,5 (Ik had er al veel van verwacht, maar het is echt een verbluffend schouwspel. Het ligt in een prachtige, Alpenachtige omgeving, helemaal niet Mexicaans. Het park is goed georganiseerd en het was heel rustig toen ik het op vrijdag bezocht. Eerst heb je een mooie wandeling, en dan zie je opeens de takken vol met vlinders. Onvoorstelbaar hoeveel er zijn, de takken bezwijken bijna onder het gewicht. Dit is met recht een uniek werelderfgoed.).
Toegang: Entree tot het reservaat El Rosario dat ik bezocht is 50 pesos (3 EUR). Dat is inclusief een gids die de hele tijd met je meeloopt en vragen beantwoord. Hem gaf ik ook een fooi van 50 pesos. En verder moet je een soort tol betalen aan het begin van het dorpje, ook 50 pesos.
Hoeveel tijd: Ik deed er een uur over om naar boven te lopen, naar de top van de berg waar de vlinders zich ophouden. Daar heb ik 3 kwartier staan kijken, en vervolgens liep ik terug in een half uurtje. Met de rit er naar toe over een hobbelweg ben je van de dichtstbijzijnde stad Zitacuaro ook nog een uur zoet.
Opvallend: Vanaf mijn overnachtingsplaats Zitacuaro reed ik naar het plaatsje Ocampo, waar de afslag is naar “Mariposa Monarca” – het vlinderreservaat. Gisteren viel me ook al op hoe groen en bergachtig het in deze omgeving is, het zou zomaar in de Alpen of in Nepal kunnen liggen. Helaas hebben ze op de weg wel de Mexicaanse gewoonte van topes (verkeersdrempels) tot een nieuw hoogtepunt gebracht. Je hobbelt dus in een slakkengang naar boven.
Parkeren kan gratis op het enorme terrein bij de ingang. Nou ja ingang, eerst kom je langs rijen en rijen houten stalletjes waar souvenirs en snacks worden verkocht. De meesten zijn nog gesloten als ik er langs loop om kwart voor 10. Mijn auto was de tweede van de dag op het parkeerterrein: in het weekend moet het er enorm druk zijn met Mexicaanse dagjesmensen, maar ik heb vrijwel het rijk alleen.
Na betalen van de entree word ik aan een gids gekoppeld, en gaan we op pad. Het is een stevige wandeling, bijna voortdurend klimmend tot boven de 3000 meter. Het pad is goed en je kunt niet verkeerd lopen. We zien nog wat vogels onderweg, vooral veel kolibries. Het wordt kouder en kouder boven, en helemaal op de top zien we zelfs nog wat bevroren grond. De gids vertelt dat hier begin januari nog sneeuw heeft gelegen.
Opeens zie ik dan de vlinders hangen: ze bezetten zo’n 1500 bomen in dit bos, en ze gaan allemaal bij elkaar zitten (lekker warm). Het lijkt net of het bomen zijn met veel dorre bladeren, maar dat zijn allemaal vlinderlichaampjes. Ze slapen er ’s nachts met hun vleugels dichtgeklapt. Dan zijn ze wit-grijzig. Zo zie ik ze eerst ook. Als de zon doorkomt worden ze wakker, spreiden ze hun vleugels en zie je dat ze oranje van kleur zijn.
Als ze een beetje opgewarmd zijn, gaan ze vliegen. Helaas wil de zon vanochtend niet heel erg branden, dus de meeste vlinders blijven lekker hangen. Maar bij elk straaltje zon is er steeds wel een groepje dat zich losmaakt en wild gaat rondbewegen. Ze zijn trouwens ontzettend moeilijk scherp te fotograferen. Je staat ook niet heel dichtbij, er is een touw gespannen op zo’n 20 meter afstand. Wel liggen er overal om je heen vlinderlijkjes op de grond. En zitten er ook wel enkele solisten op een boom binnen handbereik.
Ik heb er een hele tijd alleen en in volle concentratie staan kijken. Als duidelijk wordt dat de zon niet sterk genoeg is vanochtend om ze echt te laten vliegen, keren we om en lopen weer naar beneden. Ik sluit deze succesvolle ochtend af door een van de vrouwtjes in een houten stalletjes bij de ingang wat omzet te gunnen, en 2 quesadillas als lunch voor me te laten maken.