Iwokrama

Vroeg in de ochtend vliegen we weer naar het zuiden, dit keer naar de regio Iwokrama. Naast onze groep van 7 zitten er nog 4 dames uit Florida op de vlucht. We landen op de Annai landingsbaan – inderdaad niks meer dan een baan om het vliegtuigje neer te zetten. Ernaast ligt de Rock View Lodge, en daar ontbijten we.

Met een truck worden we opgehaald voor het verdere vervoer naar Iwokrama. Het is nog een hele tijd wachten tot-ie komt, later begrijpen we wel waarom. We doden de tijd met vogels kijken op het mooie terrein van de Rock View Lodge.

Iwokrama1

Daar komt de truck eindelijk!

De truck is een omgebouwde Bedford-vrachtwagen. Achterin de bak zijn zes banken geplaatst, zodat hij geschikt is voor personenvervoer. Weliswaar een beetje primitief, maar hij is open aan de zijkanten en je hebt goed zicht op de omgeving. We hebben nog geen 500 meter gereden en gaan meteen maar lunchen in een restaurant – het enige onderweg.

Dan beginnen we aan de echte rit. Er is maar één weg het binnenland in, en dit is hem. Hij is gemaakt van rood zand, en zit zo na de regentijd vol met gaten. De truck kan het allemaal wel aan, alleen je voelt elk gat in de weg. Na 2,5 uur hobbelen hebben we een korte stop, en vragen de chauffeur hoe ver het nog is. “Drie uur”, zegt hij. Euh? We dachten dat de hele rit maar 1,5 uur zou duren. Een beetje langer onder deze condities, maar nu wordt het echt lang. We hebben ook geen water bij ons voor zo’n lange tocht.

Iwokrama2

Er zit niks anders op dan het maar uit te zitten. We worden ook nog een paar keer overvallen door een felle regenbui. Lang duurt zo’n bui hier nooit, maar het regent goed naar binnen in de truck. Het enige vermeldenswaardige dier dat we onderweg zien is een jabiru, een hele grote vogel die midden op de weg loopt.

Pas tegen 6 uur komen we uitgeteld aan bij de Iwokrama River Lodge, onze overnachtingsplaats voor de komende 2 nachten. Het is een prachtige uitgestrekte lodge aan het water. De ontvangst is ook vriendelijk, en ik krijg een huisje met veranda en hangmat voor me zelf. Alle huisjes kijken uit over de rivier Essequibo. Na het eten maken we nog een korte tour per boot, maar we zien niet veel.

De volgende ochtend gaan we vóór het ontbijt, om 6 uur, weer de boot in. We varen een rondje om het Indian House Island, waar een lokale man woont die zijn geld verdient met de jacht op wilde dieren. Beetje wrang hier in een natuurgebied. Maar ze hebben hem zover gekregen dat hij het niet hier in de buurt doet, maar elders in Guyana. Het beste resultaat van deze vroege ochtend tour zijn twee verschillende soorten toekans.

Iwokrama3

Toekan

Meteen na het ontbijt gaan we met de boot naar Turtle Mountain, waar we naar de top klimmen. Het is ruim een uur omhoog. Gelukkig lopen we langzaam. Onderweg zien we niet veel, het bos is te dik. Het pad is aangelegd, met bankjes en handrailingen om je aan vast te houden.

Op de top heb je een mooi uitzicht over de boomtoppen. We zien 2 rood-blauwe papagaaien, die geduldig blijven poseren. En met veel moeite ook 2 zwarte slingerapen. Met de verrekijker zie je ze goed, maar het is te ver voor een foto.

Iwokrama4

Zicht over het woud vanaf Turtle Mountain

We lopen via het zelfde pad terug. Gelukkig zijn er de handrailingen, anders is het wel glibberig naar beneden, door de klei, bladeren en boomwortels. Terug in de lodge wacht de lunch, waarna we even vrij hebben. Ik hang lekker een uurtje in de hangmat.

Dan staat er nog een boottocht op het programma. Met een flinke vaart varen we naar een aantal stroomversnellingen. Daar in de buurt zijn ook oude rotstekeningen te zien, 7000 jaar oud volgens onze gids Elvis.

Iwokrama5

Na een uurtje zijn we weer terug. Er valt nog een stortbui, maar om half 5 is het gelukkig weer droog voor onze laatste activiteit van de dag. We gaan een korte wandeling doen bij de lodge, de Screaming Piha Nature Trail. Het pad is een beetje hetzelfde als aan het begin van de wandeling vanochtend: vlak met bladeren en boomstronken. Je verwacht hier niet veel te zien, maar we horen het geroep van de Capuchonvogel. We gaan een stuk van het pad af tot we vlak onder het duo staan: 2 grote oranjeachtige vogels met een kale kop (vandaar dat “capuchin” ofwel “kapucijn”).

Na een kilometer of zo kunnen we niet verder omdat het te drassig is. We keren dus om en gaan hetzelfde pad terug. Tegen het einde zie ik opeens iets groots in de boomtoppen rechts van het pad. Met de zoomlens van mijn camera zie ik dat het apen zijn. Het zijn rode brulapen, 3 in een boom. We kunnen tot vlak onder die boom komen, ze liggen een beetje te suffen. Ze zijn vaak ’s ochtends erg actief, en brullen dan het hele bos bij elkaar.

Iwokrama6

Suffende rode brulaap

De laatste ochtend is het weer om 6 uur verzamelen. We zijn met z’n vieren dit keer, de eerste afvallers in de groep worden zichtbaar. Maar ik heb langzamerhand geleerd dat het de tijd op de grond is die telt: hoe meer wandelingen/boottochtjes je maakt, hoe langer de lijst wordt van de dieren die je gezien hebt. We wandelen over de toegangsweg van de hoofdweg naar de lodge. Aan de rand van de bos zien we meteen al 2 agouti’s (cavia-achtige knaagdieren), en een eendachtige vogel. Verder op het pad zien we ook nog een paar goede roofvogels: een adelaar, valk en gier.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s