Vandaag staat de verplaatsing op het programma van Jyväskylä (centraal Finland) naar Vaasa (aan de westkust). Om de lange rit te breken volg ik een mooie route die langs drie 18e eeuwse houten kerken voert.
De eerste in de rij, zo’n 30 kilometer vanaf Jyväskylä, is de kerk van Petäjävesi. Deze staat op de Werelderfgoedlijst, maar ik scoor geen vinkje vandaag want ik ben hier in 2005 al eens geweest. Ik was toen samen met mijn moeder, en we bezochten de kerk in de stromende regen. We konden toen maar heel even binnenkijken, want er was een dienst bezig.
Vandaag schijnt de zon al vroeg, en ik ben blij met mijn herbezoek. De kerk ligt er schitterend bij, direct aan het water – de route over het water of over het ijs werd door de parochianen vroeger gebruikt om bij de kerk te komen. Nu is er een vrij grote parkeerplaats bij, en er staat al een bus met Amerikaanse studenten. Ook zijn er nog een paar individuele bezoekers, het is een populaire bezienswaardigheid geworden. Ook de entreeprijs van 5 EUR geeft dat al aan. Dit keer kan ik op mijn gemak het kleurige houtsnijwerk in de preekstoel bekijken.
Als je de doorgaande weg uit Petajavesi naar het westen volgt, kom je na een klein half uur vanzelf door het stadje Keuruu. Ook hier staat een 18e eeuwse kerk: hij werd gebouwd tussen 1756 en 1759, en ligt in het centrum van de stad. De kerk is van buiten in traditioneel rood geschilderd, zoals je ook bij de meeste boerenhuizen hier in de regio ziet. Hij is een stuk groter dan de kerk van Petajavesi, en er ligt ook een begraafplaats bij. In een hoek van het terrein ligt onder een afdakje een lange, smalle houten boot. Dit was de “kerkboot”, die kerkgangers oppikte om de dienst bij te wonen.
Ook hier arriveer ik bij openingstijd: 11 uur. Entree kost 2 EUR, en er zijn nog 2 andere bezoekers. Aan het gastenboek te zien wordt deze kerk veel minder bezocht door buitenlandse toeristen. Toch is het zeker de moeite waard. Het interieur hier is bedekt met primitieve muurschilderingen: reeksen portretten van heiligen, en een afbeelding van de duivel tegen het plafond.
Ik sla lunch in bij een supermarkt in Keuruu, o.a. het typisch Finse roggebrood. Weer een half uurtje verder rijden bezoek ik de “wilderniskerk” van Pihlajavesi. Zoals de naam al zegt ligt-ie erg afgelegen. Eerst een kilometer of 20 over een rustige binnenweg, en dan nog eens 2 kilometer de bossen in over een onverharde weg. De kerk is in 1780 zelf door de inwoners van het gehucht Pihlajavesi gebouwd, omdat ze de kerk in Keuruu te ver weg vonden.
Er is een grasveldje bij om te parkeren, het is weinig verrassend dat er geen andere auto’s staan. Als ik uitstap word ik meteen aangevallen door een aantal wespen, die doen alsof ze al in geen jaren mensen meer gezien hebben. Ze zoemen irritant om mijn hoofd en ik moet ze van me afslaan. Het wordt dus niks om hier buiten te gaan picknicken. Gelukkig is het maar een klein stukje lopen naar de kerk.
De waakzaamheid van de wespen wordt hier overgenomen door muggen. Het valt niet mee om foto’s te maken als er constant iets om je heen zoemt. De muggen weten me in tegenstelling tot de wespen ook te steken. Je moet er wel wat voor over hebben, maar het is een schitterend kerkje. Op het bord bij de ingang staat dat hij “altijd open is”. Maar als ik aan de deur voel, is die toch echt op slot. Ik loop er dus maar snel een rondje omheen. Hier hebben ze ook een “kerkboot”, hoewel ik geen water in de buurt zie.
Na een paar minuten ben ik weer terug in de veilige ruimte van mijn huurauto. Gelukkig is er geen beest mee naar binnen gekomen tijdens het instappen. Ik eet mijn banaan en broodjes op in de auto, en rijd dan over de onverharde weg terug naar de bewoonde wereld. De eerste honderden meters word ik nog fel gevolgd door een vijftal wespen, die het gemunt hebben op de achterruit.