Voor mijn laatste dag in Bosnië Herzegovina heb ik een wandeltour geboekt. En alhoewel het de afgelopen anderhalve week prachtig weer is geweest, komt de regen deze ochtend in Sarajevo met bakken uit de hemel. Niet bepaald fijn wandelweer. Maar we gaan toch: de gids van Green Visions, een Australische wereldreizigster en ik.
Misschien zou het in Lukomir, in de bergen van Herzegovina, wel beter weer zijn. En het houdt inderdaad op met regenen, maar door de dikke wolken en mist zien we gedurende de anderhalf uur durende rit naar onze bestemming weinig van het berglandschap. Hier wordt ’s winters geskied, en ook nu ligt er af een toe nog een hoopje sneeuw. Het landschap is verder vrij kaal en rotsachtig. De grond wordt vooral gebruikt om schapen te laten grazen.
Lukomir is het hoogste en meest afgelegen bergdorp van het land. Het ligt op bijna 1500 meter hoogte, en er wonen in de zomer zo’n 60 mensen. De asfaltweg ernaar toe wordt smaller en smaller, tot we de laatste 13 kilometer moeten afleggen over een onverharde weg.
Door zijn ligging is ook de Bosnische oorlog aan het dorp voorbijgegaan – geen van de strijdende partijen had er interesse in. Alle huizen van het dorp zijn gebouwd met ruwe stenen. Er wonen nu alleen nog bejaarden, en dan ook alleen nog buiten de strenge winters. Die brengen ze door bij familie in de stad.
We kijken wat rond in het plaatsje, dat er uitgestorven en vervallen uitziet. Alleen een smerige, natte hond komt ons welkom heten. En dan vergeet ik nog de twee vrouwen die uit hun huis komen snellen om ons zelfgebreide sokken te verkopen. Alle bewoners van het dorp zijn moslim (er is ook een moskee), en er zijn slechts twee achternamen in omloop bij de families in het dorp.
Wij zijn hier gekomen om te wandelen. En hoewel de lucht er nog steeds dreigend uitziet, wagen we het er toch maar op. We kunnen altijd omkeren als het weer begint te regenen. Er is een stenen pad dat langs de berghelling loopt. We lopen eerst bergafwaarts, wat door de losliggende stenen enige concentratie vereist. De zon breekt gelukkig af en toe door, en ik doe zelfs mijn regenjack uit.
We lopen steeds dieper het dal in, we zijn inmiddels van het bredere pad af en volgen nu de paadjes die door schapenherders gebruikt worden. Overal ligt ook schapenpoep, dat ruik je wel. Na een uur komen we bij een stroompje, waar net wat teveel water in staat om doorheen te waden. Er is wel een “brug” neergelegd van takken, maar die oversteken daar bedank ik toch voor. Zo stabiel sta ik niet op mijn benen. De gids en de Australische lopen nog wel verder, tot aan een kleine waterval 10 minuten verderop.
Ik blijf op hen wachten, en ondertussen begint het ook weer te regenen. Ik vind een goede schuilplaats onder een grote boom, en daar wachten we als de anderen terug zijn ook samen tot het droger wordt. Gelukkig duurt dat maar even.
Tegen half twee zijn we terug in het dorp. Tijd voor lunch. Die gaan we eten bij de oma van een van de medewerkers van reisorganisatie Green Vision. Oma en opa wonen in één van de traditionele huizen. We moeten onze schoenen uitdoen in een soort bijkeuken, en stappen dan de lekker verwarmde keuken / woonruimte in. Gekookt wordt op een houtkachel, en die brandt goed.
De gids heeft uit Sarajevo brood en vele soorten beleg meegenomen. Oma vult dat aan met gepofte aardappels uit de oven, en vers gezette Bosnische koffie. Die laatste is net zo sterk als Turkse koffie. We zitten hier gezellig, en we stellen wat vragen over en weer. Gedurende het toeristenseizoen (van mei tot oktober) komt hier twee keer per week een groepje toeristen, dus ze zijn wel wat gewend. Er is ook TV, en ze hebben mobiele telefoon. Aan het begin van de ochtend zagen we een van de vrouwen naar een heuvel boven het dorp lopen met de telefoon in de hand, op zoek naar de beste ontvangst.
Na de lunch stappen we weer in de jeep, en rijden dezelfde weg terug naar Sarajevo. Dit keer moeten we een aantal keren stoppen om schaapskuddes de weg te laten passeren. Het heeft geen zin om er doorheen te rijden. de schapen begrijpen het niet en gaan met doodsverachting voor de auto langs lopen. Een enkele herder jaagt hen met een stok naar de kant, zodat wij er langs kunnen. In totaal hebben we vandaag 5 verschillende schaapskuddes met hun herders en honden gezien, dat geeft wel aan hoe gewoon dat hier nog is. In de zomer komen er nog meer uit andere delen van het land om in deze vallei hun schapen te laten grazen.
Terug op de verharde weg slingeren we ons via bergpassen weer richting Sarajevo. Voor het eerst vandaag (en ook voor het laatst) zien we de toppen van de bergen, die uit de wolken tevoorschijn zijn gekomen. In dit gebied zijn ook de skiwedstrijden gehouden tijden de Olympische Spelen van Sarajevo in 1984.
Onze gids is tijdens het winterseizoen skileraar en in de zomer dus reisgids. Geen ideale baan volgens hem, hij is op zoek naar vastigheid en heeft afgelopen jaar meegedaan aan de selectie voor de politie. Alle testen kwam hij goed door, maar om de baan echt te krijgen moet je connecties hebben of smeergeld betalen. En zo is hij veroordeeld tot weer een seizoen gidsen. Gelukkig komen er wel elk jaar meer toeristen naar Sarajevo.