Zomaar 4 dagen aaneengesloten vrij – dat laat ik natuurlijk niet onbenut. Dus ondanks dat ik volgend weekend al op vakantie ga naar Servië etc., pak ik nog een extra tripje mee. Met de auto reed ik vanochtend vroeg naar Hamburg: op het gemak in 4,5 uur. Vanaf hier ga ik morgen de sporen van de Vikingen in Sleeswijk-Holstein en Denemarken volgen.
Vandaag staat eerst wat mogelijk toekomstig werelderfgoed op het programma: de Speicherstadt en het Chilehaus met het Kontorhaus district.
Mijn eerste stop is de blikvanger in dit zuidelijke havengebied van Hamburg: het Chilehaus. Het werd in 1922 gebouwd als kantoor voor een handelaar die rijk geworden was door de import van saltpeter uit Chili. Het is net of je in de Verenigde Staten, in Chicago of New York bent aanbeland. Het gebouw is 10 verdiepingen hoog en bezet de gehele oppervlakte tussen twee straten. De vorm van het gebouw is aangepast op het verloop van de straten, en als je er voor staat lijkt het net op een schip.
Ook elders in deze wijk, het Kontorhaus Distrikt, staan dergelijke enorme kantoorgebouwen uit het begin van de 20e eeuw. Ze werden naar Amerikaans voorbeeld gebouwd, en waren de eersten in hun soort in Europa.
Na een kort rondje door deze wijk stap ik weer in de auto om een kilometer verder het havengebied in te rijden. Hier ligt de Speicherstadt, het pakhuisdistrict. Aan het water liggen rijen hoge pakhuizen van rode baksteen. Het ziet er allemaal vrij nieuw uit: ongeveer de helft is in de Tweede Wereldoorlog platgebombardeerd, dus daar staan nu reconstructies.
Ik zet mijn auto in een parkeergarage en loop te voet door de wijk. Het is er vrij druk zo op zaterdagmiddag, het is een uitgangscentrum met restaurants, musea en zelfs een Joop van den Ende-musicaltheater. Wat het meest opvalt zijn echter de vele tapijtwinkels. Nadat begin jaren 80 de pakhuizen leeg kwamen te staan, trokken er Perzische tapijthandelaren in. Niet minder dan 220 verschillende winkels kwamen er, gesticht door Iraniërs. De tapijten hangen ook nu nog buiten in het zicht, en er staan Perzische namen op de deuren.
Tot slot neem ik een kijkje in het Speicherstadt-museum. Het is klein en eenvoudig van opzet, maar geeft toch een goed beeld van hoe het leven in deze buurt was in de hoogtijdagen (eind 19e, begin 20e eeuw). De pakhuizen stonden vol met luxe buitenlandse producten als thee, cacao en koffie. Vrouwen werden massaal te werk gesteld om de koffiebonen te sorteren, zodat ze gereed kwamen voor de Duitse markt. Aan de buitenkanten van de pakhuizen hangen nog de takels waarmee de goederen vanaf de schepen de opslag in werden gehezen.
Door de tapijtverkoop heeft de wijk nu ook nog iets van industriële bedrijvigheid, maar hoe druk/smerig/lawaaierig het vroeger was kun je je niet meer voorstellen.