Wat is het?
Elvas is een Portugees stadje op de grens met Spanje. Het is altijd een plaats met een militaire functie geweest. De stad wordt omringd door het grootste verdedigingsbolwerk ter wereld. Dit werd gebouwd in de 17e tot en met de 19e eeuw naar een oorspronkelijk ontwerp van de Nederlandse Jezuïet Cosmander, en is nog helemaal intact. Op de omliggende heuvels liggen nog vijf forten. De stad werd van water voorzien via een 7 kilometer lang aquaduct.
Cijfer: 8 (Het is vooral bijzonder dat dit nog zo ongerept in Europa bestaat. Alles staat nog stevig overeind – van het enorme aquaduct tot de volledige ommuring van de stad in de vorm van een veelhoek met bastions op de hoeken. In de binnenstad hebben de voormalige militaire gebouwen een nieuwe bestemming gekregen. Zo sliep ik in een hotel dat vroeger het legerhospitaal was. De hele plaats doet heel authentiek aan, het helpt vast dat deze streek – de Alentejo – altijd vrij arm is geweest. Er is niets nieuws bijgebouwd.)
Toegang: Gratis. Je kunt ook bijna nergens naar binnen. Zelfs de kerken waren niet open toen ik op zaterdagochtend mijn rondje door de stad liep. Bij het Fort Santa Luiza, dat buiten de stadsmuren op een tegenoverliggende heuvel ligt, was de poort open en kon ik het terrein oplopen. Er waren wel twee beheerders aanwezig, maar niemand vond het nodig mij een kaartje te verkopen.
Hoeveel tijd: Een halve dag. De ommuurde binnenstad is niet zo groot, en ook de omringende forten liggen op wandelafstand.
Opvallend: Voor alle recente werelderfgoederen is een uitgebreid nominatiedocument beschikbaar. Dat van Elvas telt 845 pagina’s, en is een zeer gedetailleerde studie over forten en vestingsteden. Het past precies binnen het onderwerp van de cursus Stedenbouw waar ik op het moment mee bezig ben. Elvas ligt dan wel in Portugal, maar het is gebouwd als een oud-Nederlands verdedigingsstelsel met bastions en rechte flanken. In het dossier wordt de stad vergeleken met Naarden, Bourtange, Heusden, Hulst, Nieuwpoort en Willemstad; geen van die vestingsteden is echter zo compleet als Elvas.
De stad is nog steeds alleen maar toegankelijk via één van de vier oude stadspoorten. Die zijn zo smal dat toen ik met mijn huurauto voor de Olivença-poort stond, ik me afvroeg of ik wel naar binnen mocht rijden. Maar het kan allemaal net. Eén van de andere poorten is een “toeterpoort”: het is tweerichtingsverkeer, maar de doorgang is te nauw en te bochtig om tegemoetkomend verkeer te kunnen zien. Dus elke auto die aan komt rijden kondigt toeterend zijn komst aan.