Jerash

Vandaag ga ik naar het noorden van Jordanië, naar de Romeinse stad Jerash. Het ligt maar zo’n 75 kilometer boven mijn standplaats Madaba, maar toch kost het flink wat tijd om er te komen. Je moet over de buitenste ringweg om Amman – langs de eindeloze rijen grauwwitte flats. Erg vrolijk word je er niet van.

Het is ook nog eens druk op de weg. De rijbanen zijn hier in Jordanië niet zo goed afgebakend, meestal rijd je gewoon met 3 of 4 auto’s naast elkaar. Ik kom zelfs in een heuse file terecht. Aan het langzaam optrekken en weer even verder rijden merk ik dat we voor een stoplicht staan. Per keer gaat er maar een handvol auto’s door, ik sta zeker 20 minuten in de rij. Waarschijnlijk staat het hier de hele dag stil, smerige bedelende kinderen van een langs de weg gelegen tentenkamp (aan lager wal geraakte Bedoeïenen?) maken er handig gebruik van om alle auto’s langs te gaan.

Na een uur en drie kwartier kom ik dan toch eindelijk in Jerash. De stad dankte zijn rijkdom in de Oudheid aan de vruchtbare grond, goed voor fruit, groenten en graan. Het ziet er vergeleken met wat ik verder van Jordanië tot nu toe gezien heb inderdaad vrij groen uit. Er staan zelfs bomen! Langs de weg worden planten verkocht, en fruit.

Appels vanuit de achterbak

Het hedendaagse Jerash is een stad met zo’n 130.000 inwoners. Je hoeft niet te zoeken naar de oude Romeinse stad: al bij het binnenrijden zie je de grote Triomfboog van Hadrianus. Ervoor is een groot gratis parkeerterrein, waar mijn auto een van de eersten is.

Na Petra is Jerash de grootste toeristische attractie van Jordanië. Ze hebben dan ook flink uitgepakt met winkeltjes bij de ingang. De entreeprijs is 8 JD (8,80 EUR), ook een stuk meer dan ik de afgelopen dagen gewend ben geraakt. Je betaalt de entree bij de zuidelijkste toegangspoort, en dan kun je beginnen aan de 3 kilometer lange wandeling over het terrein.

De grote Triomfboog

Jerash, dat in de Romeinse tijd Gerasa heette, was tussen de 1e en 3e eeuw één van de belangrijkste Romeinse steden in het Midden-Oosten. Toen woonden er 20.000 mensen. Het deel van de stad waar de openbare gebouwen lagen is erg goed bewaard gebleven. Bijna alles wat een Romeinse stad kenmerkte, is hier nog te zien: een paardenrenbaan, amfitheater, kaarsrechte wegen, tempels.

Net als gisteren is het half bewolkt, en dat maakt het wandelen hier aangenaam. Je moet alleen zo af en toe even wachten tot de zon de monumenten belicht om foto’s te kunnen maken. Het ovaalvormige Forum omringd door tientallen zuilen was het centrum van de stad. Vanaf hier kijk je recht de Cardo Maximus in: een complete, 800 meter lange hoofdweg. Zowel de straatstenen als façades van aanliggende winkels en andere gebouwen zijn bewaard gebleven. Of misschien beter gezegd: erg goed gerestaureerd.

Op de voorgrond het Forum, en daarachter de lijnrechte Hoofdstraat

Ik loop helemaal door naar de achterkant van het terrein, naar de Noord poort. Dit is ook al een fijn bewerkt, bijna marmerachtig wit bouwwerk. Hier komen de meeste toeristen niet: ik hoorde een gids tegen een Amerikaanse groep zeggen dat ze een andere route zouden nemen omdat ze anders teveel trappen zouden moeten lopen.

In hetzelfde gedeelte ligt ook een ander hoogtepunt: het noordelijke theater. Het is klein, intiem en heel steil. Toch was er plaats om te zitten voor 2000 mensen. Waarschijnlijk werd het gebruikt voor regeringsbijeenkomsten in plaats van theatervoorstellingen.

Fragment van de noordelijke poort

Tegen de stroom mensen in (zo later op de ochtend is het echt druk geworden hier) loop ik het hele stuk weer terug. Je komt hier langs de Tempels van Artemis en van Zeus. Beide zijn voorzien van dikke zuilen, maar van binnen is er niet veel meer van over. Het hele terrein staat overigens vol met zuilen, het lijkt wel een bos. Ze hebben hier erg hun best gedaan om ze weer recht overeind te zetten.

Vlakbij de uitgang ligt dan nog het grote amfitheater, goed voor 5000 zitplaatsen. Ik klim helemaal naar boven en ga dan nog een tijdje van het uitzicht zitten genieten. Je hebt behalve goed zicht op het podium ook een mooi overzicht over de hele stad. Een Jordaans trio van 2 doedelzakspelers en een trommelaar verlevendigt de boel door de bezoekers de akoestiek te laten horen.

De hele dag internationaal bekende deuntjes blazen in het amfitheater

Tegen half één verlaat ik de oude stad. Er stromen nog steeds groepen toeristen binnen. Lijkt me geen pretje zo midden op de dag. Ik ga lunchen bij het chique Lebanon House, een Libanees restaurant. Een heuse zandstorm verdrijft me daar van het terras, maar ook binnen is het goed vertoeven. De terugrit naar Madaba verloopt tenslotte een stuk vlotter dan de rit van vanochtend.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s