Bij het ontbijt in mijn hotel in Madaba kom ik tussen een groep Nederlandse toeristen terecht. Ze zijn hier sinds gisteren, en ze vinden Jordanië tot dusver droog en stoffig. Er zit nog een andere Nederlandse groep in het hotel – geen wonder dat ze gisteravond bij de receptie tegen me zeiden “er komen hier heel veel Nederlanders”.
Het is half 9 als ik naar het centrum wandel. Madaba heeft 150.000 inwoners, maar het is vrij compact en goed te belopen. Het is stil op straat, het is vrijdag – rustdag voor de moslims en begin van het weekend. Een paar stratenvegers zijn bezig het vuil van de weg te halen. De berm en bouwplaatsen liggen echter vol met blikjes, plastic zakjes en nog meer rotzooi. En verder is het zanderig en stoffig.
Bij mijn eerste ronde door de stad blijken de meeste bezienswaardigheden nog gesloten te zijn. Ik kan alleen binnen bij de katholieke Johannes de Doperkerk. Er is een museumpje bij, met oude foto’s van Madaba. De stad is heel lang verlaten geweest, zo tussen 747 en 1883. Pas toen een groep Christenen werd verdreven uit het verderop gelegen Kerak, is men hier weer gaan wonen. Ze bouwden nieuwe kerken bovenop de Byzantijnse overblijfselen. En stuitten zo op de mozaïeken waar Madaba nu beroemd om is.
Vanaf de toren van de katholieke kerk heb je een goed uitzicht over de stad. Echt oud is het dus allemaal niet, en de schoonheidsprijs wint het ook zeker niet:
Na de bezichtiging van de kerk en de beklimming van de toren ben ik weer terug in de straten van Madaba. Steeds meer winkels gaan open. Ook het Archeologisch Park is nu geopend. Dit heeft de beste collectie aan mozaïeken in de stad. Sommigen zijn hierheen gebracht van plaatsen uit de buurt, en anderen liggen hier op het terrein waar vroeger een landhuis en een kerk stonden.
De best bewaard gebleven zijn die in het landhuis, Hippolytus Hall. De entree wordt gemarkeerd door een mozaïek dat twee slofjes uitbeeld. Verder ook veel vogels, en afbeeldingen uit de Griekse mythologie. Alle originele bijschriften zijn trouwens ook in het Grieks.
De topattractie van Madaba is de kerk van St. George. Hier ligt een mozaïek uit het midden van de 6e eeuw in de vorm van een landkaart. Alle belangrijke plaatsen uit Egypte, Jordanië en Palestina uit die tijd staan er op. De kaart is ook nog eens vrij accuraat wat de onderlinge afstanden betreft.
Het is erg druk op het terrein, veel groepen met luid orerende gidsen. Ik loop er wat tussendoor en sta zo in de kerk. Entree wordt er blijkbaar niet geheven. De meeste bezoekers en ook ik zijn vooral onder de indruk van het bonte Grieks-Orthodoxe interieur van de kerk. Veel iconen, en ook modernere mozaïeken met afbeeldingen van heiligen of priesters aan de muren. De landkaart-mozaïek valt er een beetje bij in het niet. Hij is ook erg beschadigd, het is moeilijk er iets in te onderscheiden behalve dan het bootje op de rivier de Jordaan en de grote stad Jeruzalem in het midden.
Aan de rand van het centrum ligt de laatste kerk met mozaïeken: de kerk van de Apostelen. Ik ben er de enige bezoeker, en de oppasser leidt me rond. Deze kerk is eigenlijk één grote hal met mozaïeken op de vloer. Ze zijn heel licht, wat moeilijk te zien. Het mannetje leidt me extra dichtbij om goede foto’s te kunnen maken. Vooral het fruit valt hier op: druiven, meloenen. De omgeving van de Madaba heeft de naam erg vruchtbaar te zijn.
Mijn energie is dan wel op door het sloffen door de warme, stoffige straten. Ik strijk neer voor de lunch in het Ayola Restaurant. Daar bestel ik wat Libanese favorieten (auberginedip!), en neem daarbij het lokale drankje van limoensap met schaafijs en munt. Echt heerlijk bij dit warme weer.