Japanners die fietsen lijken zich te beperken tot de scholieren die op lage damesfietsen met mandje voorop de trottoirs in de steden onveilig maken. Tot mijn verbazing ontdekte ik echter een heuse fietsroute in de omgeving van Okayama. Daar is over de Kibi-vlakte een traject van 15 kilometer uitgezet. Je rijdt van station naar station, en onderweg passeer je de belangrijkste bezienswaardigheden van deze streek.
Om kwart over 9 in de ochtend arriveer ik op het stationnetje van Bizen-Ichinomiya, 12 minuten met de stoptrein verwijderd van de grote stad Okayama. Ik had de fietsroute gevonden op twee Engelstalige Japanse websites. En hun verhaal blijkt helemaal te kloppen. Bij dit station kun je een fiets huren, die je dan aan het eind van de route bij het station van Soja weer kunt inleveren. Heel handig!
De oude man die de fietsen beheert zoekt een extra hoog exemplaar voor mij uit. Na betaling van 1000 Yen (10 EUR) krijg ik nog een routekaart mee in het Japans, en kan ik op weg.
De eerste stop is maar een paar honderd meter verderop. Het Kibitsuhiko-schrijn stamt uit de 17e eeuw, en is gewijd aan Kibitsuhiko – een legendarische prins. Zijn avonturen hebben aan de basis gestaan van het volksverhaal over Momotaro. Deze fietsroute staat grotendeels in het teken van deze legende. Het verhaal vertelt dat Momotaro geboren is uit een perzik, en vervolgens als kleine jongen een bende gevaarlijke reuzen verslaat.
Dit eerste heiligdom aan hem gewijd is al net zo apart als de legende zelf. Rechtsvoor het hoofdgebouw hangt een afbeelding van een boos kijkende reus. Natuurlijk kun je ook hier weer geluksbrengers kopen, maar die zijn voor de gelegenheid in de vorm van een perzik gesneden. Met mij zijn er nog een stuk of 10 andere bezoekers. Zij komen om te bidden.
Het terrein is vrij groot, en vooraan zijn vijvers die vol zitten met schildpadden. Aan de rand liggen dan nog twee grote stenen in de vorm van eieren. Ook hierbij wordt gebeden. Een sfeervolle plek is het, waar ik op mijn gemak een half uur rondkijk.
Vervolgens is het fietsen naar de volgende “halte”, zo’n 3 kilometer verderop. Het grootste deel van het pad is uitsluitend toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Je fietst tussen de landbouwvelden door, en gelukkig is het een vlakte dus zwaar fietsen is het niet.
Het Kibitsu-schrijn ligt ietsje van de route af, en je moet uitkijken dat je er niet voorbijfietst. Aan het grote parkeerterrein en de souvenirwinkels leid ik af waar het ongeveer moet zijn. Het is het belangrijkste Shinto-heiligdom van deze regio. Er zijn op deze zondagochtend dus ook al veel andere bezoekers aanwezig. Ik parkeer mijn fiets bij de andere fietsen beneden, en loop de trap op naar het hoofdcomplex.
Ook het uiterlijk van dit schrijn is bijzonder: deels donker hout, deels oranje, met een rieten dak. Bovenop staan gekruiste houten balken.
Achter dit hoofdgebouw liggen nog allerlei andere delen van dit grote complex. Deze delen zijn via lange houten corridors met elkaar verbonden. In een van de bijgebouwen stuit ik op een groep jongens en meisjes die boogschieten (Kyudo) aan het oefenen zijn. Ze zijn gekleed in traditionele kledij en gebruiken speciale Japanse bogen. Het is een heel ritueel, met kleine pasjes schuifelen ze van en naar hun plek in de rij om te mogen schieten. De volgende groep zit dan al in opperste concentratie op stoelen achter hen te wachten. Het is meer meditatie dan sport.
Ook iets bijzonders, maar van een heel andere orde, is het kleine heiligdom aan de rand van het terrein dat gewijd is aan borsten. Ik kom er toevallig omdat ik twee Japanse jongens achterna loop die ook de fietstocht aan het doen zijn. Ik ben nog niet eens zo verbaasd over wat ik zie, want ik had eerder deze week al van deze “borsten” te koop zien liggen in de winkeltjes bij Dazaifu. Na wat research op internet kom ik erachter dat ze zowel bedoeld zijn om te bidden voor goede moedermelk als tegen borstkanker.
Ik neem nog een softijsje bij de ingang, en stap dan weer op de fiets. Ik moet nu wat kilometers maken tussen de velden door. De akkers zijn bijna allemaal leeg. Daar waar er water op staat, zie je veel vogels, vooral reigers. Ze zijn behoorlijk dichtbij en ik wil ze graag goed op de foto zetten, maar helaas heeft mijn fiets remmen die enorm piepen. Elke keer als ik af wil stappen om een foto te maken, zijn de vogels snel gevlogen.
Behalve landbouwgrond zie je ook kleine heuveltjes in het terrein. Dat zijn oude grafheuvels. Eén ervan ligt ook aan de fietsroute, en die ga ik van dichterbij bekijken. De Tsukuriyama Kofun is met zijn 350 meter lengte de op 4 na grootste grafheuvel van Japan. Hij is in de vorm van een sleutelgat aangelegd, en dateert uit de periode 300-538.
Als ik naar boven ben gelopen tref ik daar een oudere vrouw aan die een lokale vrijwillige gids blijkt te zijn. Ze spreekt wat woordjes Engels, en ze heeft een map bij zich met foto’s van wat er in deze graven gevonden is. Dat geeft het verhaal meer kleur, en samen lopen we een ronde over de top van de heuvel. Het pad naar het hoogste deel is zo steil dat je je aan een touw moet vastgrijpen om niet weer door het zand naar beneden te glijden. Het vrouwtje dat vast niet meer dan een kilo of 50 weegt gaat als tegengewicht voor mij aan het touw hangen, zodat het straktrekt. Ik doe hetzelfde voor haar, maar ik geloof dat ze stabiel genoeg ter been was om het niet nodig te hebben.
Zo’n 2,5 kilometer verderop is het weer tijd voor een tempel. De Bitchu-Kokubunji tempel ligt in een bosachtig gebied. Blikvanger is de 5 verdiepingen en 34 meter hoge pagode. Het is een mooi ding, helemaal van hout. Het tempelcomplex eromheen is een beetje saai in vergelijking met de kleurrijke Shinto-heiligdommen aan het begin van de tocht.
Na deze tempel gaat de route nog zo’n 5 kilometer verder, naar het plaatsje Soja waarvandaan ook de trein terug naar Okayama vertrekt. De route is hier minder goed te volgen, en er zijn ook geen aparte fietspaden meer (anders dan de brede trottoirs). Met behulp van de Japanse kaart en de routeborden boven de weg weet ik toch vrij gemakkelijk het station te vinden. Ruim 4,5 uur na vertrek zit de tocht erop. Ik ben blij dat ik weer wat bijzondere dingen van Japan heb kunnen zien vandaag, en heb ook gewoon lekker gefietst in de stralende zon.