Wat is het?
Het Loiredal tussen Sully-sur-Loire en Chalonnes-sur-Loire is een cultuurlandschap langs de rivier de Loire. Het gebied omvat een 200 kilometer lange strook aan de oevers van de rivier, en de rivier zelf. Al sinds 2000 jaar heeft de mens dit land in cultuur gebracht, met als hoogtepunt de periode van de Renaissance en de Verlichting. Langs de rivier liggen historische Franse plaatsen zoals Orleans, Blois en Tours. De streek is vooral bekend om zijn vele kastelen. Het bekendste daarvan, Chambord, werd al in 1981 op eigen kracht tot de werelderfgoedlijst toegelaten. In 2000 is de nominatie uitgebreid tot het hele Loiredal.
Cijfer: 8 (Ik verwachtte een soort Versailles of Fontainebleau, een geheel gemeubileerd paleis met bonte zalen. Maar Chambord is meer een middeleeuws kasteel, grotendeels leeg. De verbazing begint al als je binnenstapt: de grote wenteltrap in de vorm van een dubbele helix is ingenieus en creatief, zonder het protserige van veel paleisentrees. Als je je via die trap naar de bovenste verdieping hebt gedraaid, kom je midden tussen de torentjes te staan – het andere handelsmerk van dit kasteel. Veel ervan zijn schoorstenen, om de rook van de 282 haarden weg te voeren. En dan te bedenken dat koning Frans I slechts 72 dagen heeft genoten van dit jachtkasteel, dat hij in de 16e eeuw in Italiaanse stijl liet optrekken.)
Toegang: De entree tot Chambord kost 9,50 EUR. Ook betaalde ik nog 5 EUR voor een audiogids, maar die was het dit keer niet waard. Als je binnen bent spreekt het allemaal wel voor zich, en er staan ook nog informatieborden.
Hoeveel tijd: Anderhalf uur voor kasteel Chambord. Als je het zoals ik als dagtocht vanuit Parijs doet, ben je wel ongeveer de hele dag onderweg. Zeker op zondag, waarop je maar één kans hebt om met het openbaar vervoer Chambord te bereiken. Streekbus 18 vertrekt dan maar twee keer per dag uit Blois, en de eerste trein uit Parijs sluit aan op de tweede bus (die van 11.30 uur). Er zijn twee bussen terug (om 14.22 en 16.10 uur), en genoeg treinen.
Opvallend: Klokkijken is niet mijn grootste kwaliteit. Dat bleek maar weer toen ik met de bus terugkwam bij het station van Blois tegen half 4. Ik dacht: ik neem een cappucino, wacht een half uurtje in de warmte van de stationshal en pak dan de trein van 16.57 terug naar Parijs. Tegen tien voor 4 liep ik naar het perron, waar nog helemaal niemand stond. Vreemd, misschien dat iedereen tot het laatste moment binnen bleef omdat het buiten nogal hard waaide. Pas nadat ik het perron een keer heen en weer was gelopen kwam ik er achter dat 16.57 geen 3 minuten voor 4 is, maar 3 minuten voor 5. Ik had dus nog een heel uur over! Had ik het eerder geweten, dan had ik nog het kasteel van Blois kunnen bekijken dat in het centrum van het plaatsje ligt.
Met een uur te gaan en opklarende lucht besluit ik er alsnog te gaan kijken. Gelukkig maar, anders had ik deze mooie ruiter gemist.