De Nieuwe Hollandse Waterlinie was voor mij het laatst overgebleven af te strepen monument op de nieuwe Nederlandse Voorlopige Lijst voor het Werelderfgoed. De zichtbare overblijfselen van de linie bestaan vooral uit allerlei sluizen, bolwerken, wallen. Maar daar heb ik er al genoeg van gezien, pas nog bij de Grebbelinie. Ik koos daarom voor een van de forten langs de linie: Loevestein. Dan pak ik gelijk wat Vaderlandse Geschiedenis mee.
Slot en Fort Loevestein
Loevestein is een kasteel en fort in de gemeente Zaltbommel. Het ligt op een zeer strategische plek, daar waar overzicht is over de Maas en de Waal. Je rijdt er vanaf de afslag op de A2 naar toe via eerst een provinciale weg en dan nog 4 kilometer aan smalle slingerwegen tussen de weilanden door. Vooraf had ik het op Google Maps opgezocht, en dan kun je zien dat het op het uiterste puntje van het land ligt, omringd door veel water.
Ik ben er iets voor één uur, de openingstijd in het weekend. Het zonnige weer heeft heel wat mensen deze kant op gelokt vandaag. De parkeerplaats staat al bijna vol. Er zijn ook wandel- en fietspaden om het fort, en ook die worden druk gebruikt. Het is een fijne omgeving om rond te wandelen of om op een bankje te gaan zitten en het scheepsverkeer op de Waal gade te slaan; je hoeft eigenlijk helemaal het kasteel niet in.
Natuurlijk ben ik wel nieuwsgierig, en leg de forse entree van 9 EUR neer. Als je binnenkomt in het fort, over de ophaalbrug, zie je aan je linkerhand een hele rij schattige huisjes. Het zijn “soldatenhuisjes”. Ook de andere militaire gebouwen op het binnenterrein zijn in goede staat. Het is er niet groot, het lijkt op een knus dorpje.
Middenin het fort ligt Slot Loevestein. Het werd in 1361 door een ridder gebouwd, oorspronkelijk als een woontoren. Dat was in die tijd populair. Het is in de jaren erna nog wat uitgebreid met extra torens, maar het heeft zijn compacte, hoge vorm behouden. Zo’n “zaaltorenkasteel” zie je niet veel, het is in ieder geval het eerste dat ik zie.
Het Slot heeft ook maar een heel kleine binnenplaats. Daar is niks te zien, dus je moet meteen de trappen op omhoog, de torens in. Ik heb de verdiepingen niet geteld, maar binnen valt op dat er heel wat ruimte is. Vast erg aangenaam om in te wonen. Er is maar weinig meubilair of andere bekleding. Het meest imposant is nog de grote open haard op de eerste verdieping. Ergens bovenin kom je in de “cel” waar Hugo de Groot gevangen heeft gezeten. Ook dat is een ruim vertrek. Het wordt nu gedomineerd door een boekenkist, waarvan het onduidelijk is of het De Boekenkist is waarmee hij uit Loevestein is ontsnapt.
Fort Loevestein was een onmisbare schakel in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Net als de andere forten overigens op de 85 kilometer lange verdedigingslijn: het water moest het werk doen, en alleen daar waar het water niet kwam of waar wegen waren, werden fortificaties ingericht. Deze werden bemand door een legertje soldaten. Het idee was dat ze de vijand dan al van verre zagen aankomen, over de smalle dijken of wegen die als enige niet onder water waren gezet. De Nieuwe Hollandse Waterlinie was gereed in 1871 en onderscheidde zich van zijn voorganger dat nu ook de stad Utrecht beschermd werd.
Lekker wandelen in de zon
Langer dan een half uur blijf ik niet binnen in het muffe en donkere kasteel. De zon roept! Ik loop eerst door het gras tegen de vestingswal op. Dat is de muur die om de slotgracht ligt. Hij is helemaal overgroeid door gras. Er lopen schapen rond om het netjes kort te grazen.
Vanaf deze wal heb je nog een paar fotogenieke gezichten op het slot. Je ziet ook hoeveel verdedigingslagen er eigenlijk waren: een gracht volledig om het slot heen (alleen via een ophaalbrug kun je naar binnen), dan de gebouwen van het fort omringd door een wal, en dan weer een gracht. Dan de uiterwaarden en daarbuiten weer de grote rivieren. Het was niet makkelijk om hier binnen te komen, maar de bewoners van het fort hadden zelf ook wel veel last overstromingen.
Aan het eind van mijn rondgang over de vestingsmuur om het kasteel loop ik via de westelijke wandelweg terug naar mijn auto. Hier maak je ook een ronde om het kasteel, maar dan met een grotere boog. Het pad is een eenvoudig spoor door het gras, een paar kilometer lang. Bij het begin word je gewaarschuwd voor de aanwezigheid van “Grote Grazers”: bijzondere koeien en paarden die ervoor zorgen dat de uiterwaarden hier niet volgroeien met wilgen. De beesten blijken echter vandaag niet thuis.
Het wandelpad schijnt vaak erg modderig te zijn. Gelukkig is het de afgelopen dagen droog geweest, en loop ik lekker genietend van de zon en de vergezichten. Het pad staat niet echt aangegeven, ik oriënteer me maar op andere wandelaars. Verdwalen doe je hier niet want je bent helemaal omgeven door water: de Waal in je rug en de Maas aan je rechterhand. Na zo’n 3 kwartier sta ik weer bij het parkeerterrein. Vandaar rijd ik in een uurtje weer naar huis.
Tot slot: wordt het een werelderfgoed of niet? Het gaat sowieso niet voor een heel eigen nominatie: als het wordt toegelaten, is dat als uitbreiding van de Stelling van Amsterdam. Beide verdedigingslinies gebruiken dezelfde techniek van inundatie, hoewel ze uit een andere tijd stammen. Ze overlappen elkaar zelfs een stukje: vanaf Muiden naar het noorden. Naar mijn idee ligt de lat voor de uitbreidingen lager dan voor echte nieuwe werelderfgoederen. Dus de Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft zeker een kans.