Wat is het?
De Kastelen van Gwynedd zijn vier kastelen en fortificaties uit eind 13e, begin 14e eeuw. Ze liggen in het noordwesten van Wales, in een historische streek genaamd “Gwynedd”. Ze zijn feitelijk producten van Engelse kolonisatie: koning James I veroverde in 1283 dit afgelegen gebied, liet er stevige kastelen bouwen en stichtte er nieuwe steden voor de Engelse kolonisten. Het is een werelderfgoed geworden omdat ze de best bewaard gebleven voorbeelden van Europese militaire architectuur uit de middeleeuwen zijn.
Cijfer: 6 (Het zijn kastelen zoals je je kastelen voorstelt: met ophaalbrug, schietgaten en torens. Het zijn misschien wel de prototypes van middeleeuwse kastelen die je overal in Europa ziet. Hoe uniek ze zijn is moeilijk te zeggen – het even oude kasteel van Spiss in Slowakije bijvoorbeeld is door Unesco ook aangeprezen om grotendeels dezelfde redenen. Ik bezocht 2 van de 4 kastelen van Gwynedd: die van Beaumaris en Conwy. Beaumaris is een klein, robuust fort, terwijl Conwy meer paleisachtig is. Echt heel bijzonder vond ik ze niet. Het hielp ook niet mee dat het zwaar bewolkt was en zachtjes regende.).
Toegang: Entree tot Beaumaris kost 3,80 pond, tot Conwy 4,80 pond. Bij beide moet je ook betalen om te parkeren. Conwy is een heel groot complex, het hele historische stadscentrum ligt binnen de oude vestingmuren. Het was er op de zondagmiddag dat ik er was enorm druk met dagjesmensen.
Hoeveel tijd: Een half uur voor Beaumaris, een uur of langer voor Conwy. Deze twee kastelen liggen ongeveer een half uur uit elkaar. Een derde kasteel (Caernarfon) ligt hier ook in de buurt, terwijl het vierde en laatste (Harlech) een heel stuk verderop aan de Welshe westkust ligt.
Opvallend: Dit Gwynedd is en was een behoorlijk afgelegen gebied. Dat zie je vooral als je het kasteel van Beaumaris gaat bezoeken: het ligt op het eiland Anglesey, dat door enkele bruggen met het noordwestelijke puntje van het Britse vasteland is verbonden. Voordat ik dit werelderfgoed bestudeerde had ik nog nooit van Anglesey gehoord. Je moet eerst al heel wat tunnels door voordat je bij de toegangsbruggen tot het eiland komt. Op de heenweg reed ik via de nieuwe Brittannia-brug, terug werd ik gestuurd via de antieke Menai-hangbrug – ook al weer een fraai staaltje werk Thomas Telford uit de Industriële Revolutie. Zo hier over de oude wegen rijdend verbaasde ik me er telkens over hoe smal het allemaal is. Of misschien komt dat ook wel omdat je aan de andere kant van de weg rijdt / aan de andere kant van de auto achter het stuur zit.