Nu De Reis voorbij is, wordt het tijd voor nieuwe doelstellingen en dingen om naar uit te kijken. Natuurlijk nog heel veel meer werelderfgoedjes bezoeken, voorlopig vooral in Europa. Een ander doel, dat ik in 2011 nog hoop te bereiken, is het bezoeken van alle monumenten op Nederland’s Voorlopige Lijst – de formele lijst waarmee Nederland aan Unesco aangeeft welke objecten het de komende jaren wil voordragen als potentieel werelderfgoed.
Deze lijst is eind 2010 geactualiseerd en bestaat uit:
- Bonaire Marine Park
- Koninklijk Eise Eisinga Planetarium (Franeker)
- Maatschappij van Weldadigheid (Veenhuizen)
- Nieuwe Hollandse Waterlinie (uitbreiding van Stelling van Amsterdam, geen separate nominatie)
- de Noordoostpolder
- het Plantagesysteem West Curaçao
- Sanatorium Zonnestraal (Hilversum)
- het Teylers Museum (Haarlem)
- Van Nellefabriek (Rotterdam)
Nederland heeft zich de afgelopen jaren beperkt in het nomineren van nieuwe werelderfgoederen. Eerst door een soort geheelonthouding in de periode 2004-2007, toen een Nederlander lid was van het World Heritage Committee; een morele actie die ik nog bij geen ander land heb gezien, het lidmaatschap van de commissie is vaak juist een aanleiding om flink druk op de eigen nominaties te zetten. Ook in het soort nominaties beperkt Nederland zich: tot de thema’s “Nederland Waterland”, “de Gouden Eeuw”, “Modernisering in de 20e eeuw” en “Internationaal”.
Toch heeft het de afgelopen 2 jaar De Waddenzee en Amsterdam op De Lijst gekregen – de eerste als internationale nominatie getrokken door Duitsland, de tweede als erg late invulling van iets wat al 20 jaar eerder had kunnen gebeuren. Van de nieuwe lijst zijn de plannen voor het Plantagesysteem Westelijk Curaçao, Teylers Museum en de Van Nellefabriek het verst gevorderd.
De commissie van 2010 distantieert zich voorzichtig van het wat vage thematische verhaal, maar heeft er zelf toch ook nog eentje bedacht: “Nederland als burgerlijke samenleving”. Ze heeft vooral ook gekeken naar hoe de nominaties passen in het beleid van de Unesco. Het heeft geen zin om al oververtegenwoordige categorieën te nomineren – dus geen historische binnensteden en religieuze gebouwen meer. Natuur is ook te weinig aanwezig op de Lijst, maar de commissie komt tot de conclusie dat Nederland geen ongerepte natuur meer heeft.
Van bovengenoemde plekken heb ik er vorig jaar al twee bezocht:
Sanatorium Zonnestraal (Hilversum)
Dit is een tuberculosesanatorium uit het begin van de 20e eeuw, en als gebouw één van de iconen van “het nieuwe Bouwen”. Het werd gesticht door de Diamantbewerkersbond en geeft invulling aan het sociale ideaal van terugkeer naar de maatschappij door een arbeidsgerichte benadering.
Ik bezocht het op 11 april 2010, op een zondagochtend. Het is echt een behoorlijk obscure plek, een afgelegen terreintje buiten het centrum. Er waren alleen wat joggers en mensen met een hond. Het is een complex van gebouwen, de meesten zijn nog steeds in gebruik door allerlei medische instanties. Er zijn een paar borden met oude foto’s waarvan je een indruk kunt krijgen hoe het leven in het sanatorium was – veel zonlicht door de “open” gebouwen, en de patiënten druk aan de handenarbeid.
Kansen als werelderfgoed: klein, een soortgelijk sanatorium (Paimio in Finland) is in 2007 afgewezen. Kan alleen wat worden als het sociale aspect de nadruk krijgt. Stelt als bezoekervaring niet veel voor, maar dat geldt wel voor meer Nederlandse werelderfgoederen die het toch hebben gered (Beemster polder bijvoorbeeld).
Teylers Museum (Haarlem)
Het Teylers Museum is het oudste museum van Nederland, gesticht in 1784 tijdens de Verlichting en sindsdien onafgebroken in gebruik.
Bezocht op 19 september 2010. Nieuwsgierig geworden door mijn cursus Museumgeschiedenis en het voorkomen van dit museum op de (toen nog) lange lijst van mogelijk toekomstig werelderfgoed toog ik naar Haarlem. Viel helaas erg tegen: klein, geen inhoudelijk bijzondere collectie, druk met kinderen en andere niet-geoefende museumbezoekers. Na een uurtje was ik wel uitgekeken.
Kansen als werelderfgoed: klein, in de wereldwijde museumgeschiedenis is het niet zo bijzonder. Op de Lijst staan al de invloedrijkere Berlijnse musea van het Museumeiland en het veel interessantere Museum Plantin Moretus in Antwerpen. De voordrachtscommissie ziet hier vooral het thema “Nederland als burgerlijke samenleving” naar voren komen, maar de vraag is of met de inschrijving van Amsterdam (en zelfs Plantin Moretus) dit al niet voldoende is afgedekt.