Wat is het?
In de Cerro de Potosí werd in 1542 de grootste zilvervondst in de Nieuwe Wereld gedaan. Vanaf dat moment begonnen de Spaans-koloniale heersers deze berg systematisch van zijn schatten te ontdoen en naar Europa te verschepen. Potosí werd een echte mijnstad, groeide tot aan 200.000 inwoners. Aan het eind van de 18e eeuw was er niet veel kostbaars meer over, nu wordt er nog wel naar tin gegraven. Het werelderfgoed omvat het industrïële erfgoed (zoals dammen, smelterijen, molens) en het centrum van de stad waar de rijkdom o.a. werd omgezet in 80 kerken in barokke stijl met Indiaanse invloeden.
Cijfer: 7,5 (Door zijn barre geschiedenis vond ik het een wat interessantere stad dan het nabijgelegen Sucre, een stad die onlosmakelijk met Potosí verbonden was omdat daar de rijkeren gingen wonen vanwege het mildere klimaat. Potosí is een stad op 4070 meter hoogte, nog steeds gedomineerd door de Cerro Rico. De Munt is bijzonder om te bezoeken, omdat daar een stuk van de zilvermijngeschiedenis van Potosí zichtbaar wordt gemaakt.)
Toegang: Net als in Sucre zijn de openingstijden van de kerken zeer beperkt. Ik bezocht o.a. de Munt, entree 20 bolivianos plus nog eens 20 om foto’s te mogen maken (totaal 4 EUR).
Hoeveel tijd: Halve dag, tenzij je ook nog een tour door één van de mijnen wilt doen (was mij iets te claustrofobisch).
Opvallend: Om twee uur had ik afgesproken met mijn privé-chauffeur om terug te rijden naar Sucre. Net als vanochtend was hij keurig op tijd, en reden we op ons gemak de mooie weg terug. De eerste helft gaat over de hoogvlakte, de tweede helft slingert zich langzaam door de bergen naar beneden naar Sucre. Het landschap is hier erg droog, wat brede rivieren zouden moeten zijn zijn nu lege beddingen. Pas in augustus komt er weer water in. De chauffeur en ik vermaken ons met het tellen van loslopende honden langs de weg. We komen tot 43, op zo’n 20 kilometer voor Sucre, als we in een file terecht komen. Dat is wel het laatste dat je hier verwacht. Ik denk aan een ongeluk, maar de chauffeur vermoedt dat het een “blokkade” is. “Ga maar kijken”. Ik loop helemaal naar voren, en zie dat de weg volledig geblokkeerd wordt door twee dwars op de weg staande auto’s. Een typisch Boliviaanse protestactie? Dit soort blokkades zijn in Bolivia aan de orde van de dag, wanneer burgers die ergens boos om zijn een doorgaande weg blokkeren. Meestal worden de acties wel aangekondigd, zo kon ik eerder deze week al geen kaartje naar de markt van Tarabuco kopen voor zondag omdat er voor die dag een blokkade gepland was. Wel echt Boliviaans om dit mee te maken (zelfs het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken waarschuwt op haar website voor dit soort acties), maar het is toch niet leuk om hier uren vast te komen te zitten. Of nog langer: in het zuiden van Peru bij Puno is een actie aan de gang die al 16 dagen duurt!
Even later hoor ik een zwaar motorgeluid. Ik denk nog even dat de politie met zwaar geschut de blokkade aan het doorboren is. Maar het blijkt een rallyauto te zijn! De weg is afgesloten omdat een stuk ervan gebruikt wordt door een autorally. Het is alleen wel de enige doorgaande weg tussen Sucre en Potosi, qua importantie vergelijkbaar met een snelweg in Nederland. Nou ja, je hebt in ieder geval wat te kijken terwijl je staat te wachten. We (een paar honderd gestrande reizigers) staan precies in een bocht. Van veiligheidsmaatregelen hebben ze hier nog nooit gehoord. Gelukkig rijden de meeste auto’s niet al te hard de bocht door. Na anderhalf uur wachten is de laatste auto gepasseerd en mogen we weer door. Morgen is de weg de hele dag gestremd vanwege dezelfde rally…