Het dorpje met de moeilijke naam (ze korten het af in het dagelijks spraakgebruik tot Ojanta) ligt in de Heilige Vallei, tussen Cuzco en Machu Picchu. Het kerngebied van de Inca’s. In tegenstelling tot Machu Picchu zijn de Spanjaarden hier wel geweest. In één beroemde veldslag hebben de Inca’s onder leiding van Manco Inca de indringers zelfs weten te verslaan.
Tegen een berghelling aan de rand van het dorp liggen de ruïnes van een religieus complex, gebouwd door de Inca’s in de 15e eeuw. Ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten (niet goed voorbereid vandaag he?). Ik loop langzaam de trap op langs de landbouwterrassen, die ook hier heel steil en strak zijn aangelegd. Wat meteen opvalt hier zijn de reuzenblokken van steen, de monolithen. Dit zie je niet in Macchu Picchu. Ik associeerde ze altijd met Tiwanaku, een werelderfgoed in Bolivia dat ik binnenkort hoop te bezoeken en dat veel invloed heeft gehad op de bouwstijl van de Inca’s.
Op de top liggen ook nog een hoop losse, half afgewerkte stenen. En de ruïnes van een tempel. Het complex schijnt verlaten te zijn nog voordat het helemaal afgebouwd was. Of geraakt door een aardbeving, dat kan ook. Een fascinerende plek, met ook prachtige vergezichten over de vallei. Op een berghelling aan de andere kant kun je nog de resten zien van opslagplaatsen die de Inca’s gebruikten om hun landbouwproducten op te slaan.
Met blauwe pijlen is een route over het terrein aangegeven. Ze voeren je aan de zijkant naar een pad dat helemaal boven de terrassen langs loopt. Het blijkt een heerlijke wandelweg te zijn, langs in bloei staande cactussen en andere planten. En er is steeds meer: zag ik van onderaf “maar” één terras, om de hoek liggen er nog twee.
Uiteindelijk moet je weer naar beneden, en daar is nog meer te zien. Ollantaytambo heeft veel kenmerken die typisch zijn voor de Inca-architectuur. Ik vind ze hier eerlijk gezegd beter naar voren komen dan in Machu Picchu. Zo is er een goed functionerend systeem te zien van fonteinen (eentje mooi bewerkt), geholpen door de snelstromende rivier die hier door het dorp stroomt. Ik kon het razen van het water op mijn hotelkamer horen, het was net alsof het de hele tijd regende. Ook is er net als in Machu Picchu een “heilige rots” – een steen die de Inca’s in de vorm van de berg waarop je uitkijkt hebben gehakt.
Ik breng in totaal 2 uur door hier, zo groot en interessant is het. Beneden staan bankjes vanwaar je net zulke mooie vergezichten hebt als vanaf de top. En omdat het weer heerlijk weer is vandaag is het echt genieten.