Wat is het?
De Tasmaanse Wildernis bestaat uit een groep aaneengesloten nationale parken en andere beschermde gebieden in het centrum en zuidwesten van Tasmanië. De vegetatie bestaat uit gematigd regenwoud en vooral hoge eucalyptusbossen. Er leeft een grote selectie van (deels inheemse) Tasmaanse dieren, zoals de Tasmaanse duivel, possums, buidelmarters en mierenegels. Het is ook een cultureel werelderfgoed, omdat er in grotten in het park archeologische vondsten zijn gedaan die toebehoren aan een 30.000 jaar oude jager-verzamelaarsgemeenschap.
Cijfer: 7 (Het is een mooi gebied, maar niet zo specifiek Australisch als Kakadu, Uluru en Willandra. Het landschap hier lijkt op dat van Noord-Europa: bossen, bergen. De dieren die er leven zijn erg schuw: ik heb er dan ook geen gezien)
Toegang: Ik bezocht het Lake St. Claire-deel van het Cradle Mountain/St. Claire Nationaal Park. Entree is 24 AUS dollar (17 EUR) als je met de auto komt. Het is 2,5 uur rijden vanaf de Tasmaanse hoofdstad Hobart naar het bezoekerscentrum van Lake St. Claire.
Hoeveel tijd: 1 dag of meer (om diep het Cradle Mountain/St. Claire park in te komen moet je de langere wandelingen doen, van 5-7 uur; of de befaamde Overland Track, die duurt 5 tot 6 dagen)
Opvallend: In Lake St.Claire leven vogelbekdieren – misschien wel de vreemdste zoogdieren ter wereld met hun platte, plasticachtige snavel, ratachtige lichaam en zwemvliezen. Er is zelfs een wandeling uitgezet door het gebied waar ze het meest worden gezien, Platypus Bay. Ik wou er wel graag eentje zien, en heb een hele tijd in alle stilte vanaf een boomstronk het water in zitten staren bij hun favoriete strandje. Maar helemaal niks gezien helaas. In het bezoekerscentrum van Lake St. Claire ligt een logboek waar de bezoekers hun gespotte dieren in kunnen opschrijven – het vogelbekdier wordt toch wel dagelijks gezien, zo blijkt. Ik heb me tevreden moeten stellen met een opgezet exemplaar in het bezoekerscentrum.