Terugblik Nepal 2011

Het was weer fijn in Nepal. Het is me beter bevallen dan de laatste keer, in 2007 tijdens de Grote Chinareis. Blijkbaar maakt het een verschil of je vanuit het moderne, georganiseerde China Nepal binnenkomt, of vanuit het armere (dan China), ambtelijke India. In vergelijking met dat laatste land wordt er in Nepal veel meer gelachen. Dat begon al bij de douanier, die zich niet uit het veld liet slaan door een lange rij mensen die een visum moesten kopen. Al grappend maakte hij met iedereen een praatje, en maakte vooral de Bangladeshi blij omdat zij sinds dit jaar geen visum meer hoeven te kopen.

Een ander groot verschil met India is dat je hotel- en winkelpersoneel druk zelf aan het werk ziet, er wordt veel schoongemaakt, ik heb ze in pensions koper zien poetsen en de vitrineruiten zien wassen. In India commanderen ze meestal iemand helemaal onderaan de ladder om een keer rond te gaan met een armetierig bezempje. Vandaar dat het er ook nooit echt schoon is.

Vervoer
Zie de trekking! Vooral de eigen voeten dus. Verder een binnenlandse vlucht gehad naar Lukla en een helicoptervlucht terug. Beide zijn een belevenis door de ligging van het vliegveld van Lukla – een vlak puntje tegen massieve bergwanden aan.

Verblijf
Tijdens de trekking sliep ik in pensions/guesthouses. Daar stikt het van langs de route, hoewel mijn gids vertelde dat het tijdens het hoogseizoen soms moeilijk is nog een kamer te vinden. Ze zijn allemaal hetzelfde van opzet: een stuk of 10 kamers gescheiden door houten (en zeer gehorige) wanden, in de kamer staan 2 enkele bedden met een kussen en een dunne matras. Slaapzak moet je zelf meebrengen, maar je kunt er wel dekens/dekbedden krijgen. En dat was wel nodig want het was flink koud ’s nachts. WC is op de gang, vaak 1 westers toilet en 1 hurktoilet. De standaardprijs voor zo’n kamer is 200 rupees (2 EUR). Extra betalen moet je voor WC papier en douche. Ik had telkens een kamer voor mij alleen, er waren hooguit een paar andere gasten in het pension.

Belangrijk detail, zeker in februari en op deze hoogtes, is dat er geen verwarming is. Sommige pensions hebben in het restaurant een houtkachel staan. Die ging om 5 uur ’s middags aan en dan wil je er wel met zijn allen om heen gaan zitten. Vanwege de kou en het weinige vertier gaat iedereen (gasten, gidsen, personeel) voor 8 uur naar bed.

We overnachtten in de volgende pensions:
– Phakding: Green Village Guesthouse: echt een familieonderneming, met vader/moeder/zoon/oma. Het meest eenvoudige van alle pensions waar we geweest zijn. Het ligt aan de rand van het dorp.
– Namche Bazaar: Hotel Everest: kamers hebben mooi uitzicht op de bergen, en liggen ook voor een groot deel van de dag in de zon. Hier hebben ze helemaal geen verwarming, op een elektrisch kacheltje na (maar dat hielp zelfs niet als je er pal voor ging zitten). Bijzonder zijn ook de geluiden ’s nachts: muizen of ratten rennen achter de houten wanden langs. Het lijkt net of ze met z’n allen in je kamer zitten. Het hielp al een stuk toen ik met mijn hoofd naar de deur ging slapen.
– Tengboche: Tengboche Guesthouse: heerlijk stil hier, lekker geslapen. Fijn warm in het restaurant door de grote houtkachel en de ligging in de zon.
– Lukla: North Face Resort: groot hotel naast het vliegveld, hier had ik een kamer met eigen WC en wastafel, net iets luxer dan de andere hotels. Voor 15 dollar kun je er een nog veel luxere kamer krijgen, met warme douche. Ik heb alleen gebruik gemaakt van die douche (voor 3,5 EUR).

In Kathmandu verbleef ik in Hotel Marshyangdi. Dit was onderdeel van mijn geboekte trekking-tour, zelf had ik het nooit uitgekozen. Het is een van de weinige 3-sterren hotels in hartje Thamel, de toeristenwijk. De ligging is dus perfect, en de voorzieningen zijn er ook een stuk beter dan in de pensions tijdens de trek: eigen badkamer met ligbad en (lauw)warme douche, gratis wc-papier, flessen drinkwater en wifi internet. Een standaard ontbijtbuffet is ook inbegrepen. Daarmee zijn alle voordelen van dit hotel ook wel opgesomd: het is hard aan een opknapbeurt toe (ze zijn ermee bezig), erg verouderd, kamers ruiken muf of naar rook en de stroomvoorziening is slecht. Dat laatste is vrij gangbaar in Kathmandu, omdat de stad maar 14 uur per dag stroom heeft. De betere hotels en restaurants hebben eigen generatoren om dit op te vangen, maar in het Marshyangdi doen ze dat met een soort noodstroomvoorziening waardoor er alleen nog maar een lamp in de kamer en in de badkamer brandt. TV, internet, opladen van iets, bedlampje en zo kun je een groot deel van de dag en nacht wel vergeten. Nog een positief iets over het hotel is dat ze een mooie grote kluis hebben, met daarin allemaal kleine vakjes met een eigen slot, waarin ze tijdens de trekking mijn laptop veilig bewaard hebben. Ik kreeg de sleutel mee.

Eten & drinken
Tijdens de trekking eet je verplicht in de pensions waar je ook slaapt (ook als je zelfstandig reist). Al het eten was in de kosten van mijn tour inbegrepen: voor ontbijt/lunch/diner kon ik steeds iets van de menukaart kiezen. Die menukaarten zijn in alle pensions vrijwel gelijk, een mix van wat Nepalese standaarddingen (momo’s, dal bhat) en eenvoudige westerse gerechten als pannenkoeken, spaghetti met tomatensaus en kip met friet. Het is allemaal wel goed te eten, je wordt er niet ziek van, maar haute cuisine is het niet. Vegetarische momo’s (gestoomde deegflapjes gevuld met groente en wat kerrie) waren wel mijn favoriet.

Het eten en drinken wordt steeds duurder hoe hoger je komt op de route. Betaal je in Kathmandu 50 rupees (50 cent) voor een cola, onderweg lopen de prijzen op van 2 tot 3 EUR. De meeste maaltijden voor lunch of diner kosten 4 tot 6 EUR.

In Kathmandu kun je van alles eten, hoewel het daar ook pas echt goed is in een select aantal restaurants. Ik heb ze allemaal weer afgelopen: Fire and Ice voor de authentieke pizza’s, Third Eye voor goed Indiaas eten en Everest Steak House voor fantastische biefstuk. In dit soort restaurants betaal je ook wel 10 EUR voor een goed hoofdgerecht plus drankje(s). Het lekkerst ontbijten (supergrote croissants met kaas en ei) en cappucino drinken kun je nog steeds bij Himalayan Java – dan kun je je meteen in een fauteuil laten neerzakken met de laptop erbij.

Kosten
Vrijwel alles wat ik dit keer in Nepal gedaan heb zat verdisconteerd in mijn trekking (650 EUR): transport van en naar vliegveld (4x), binnenlandse vlucht, hotel in Kathmandu, volpension tijdens de trekking, gids, entree park & trekkingpermit. Zelf heb ik daarnaast alle drankjes betaald, de helicoptervlucht vanuit Lukla, en het eten en wat boeken in Kathmandu.
Ik heb het gevoel dat het er iets duurder is dan in India, maar dat komt ook wel door de hogere prijzen langs de trekkingroute en in het toeristische deel van Kathmandu.

Gemiddeld dagbudget Nepal: 87 EUR

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s