Mauritius is een bekende bestemming voor huwelijksreizen en strandvakanties. Maar ik deed het natuurlijk weer anders: gedurende een week in november 2010 maakte ik vanuit de centraal gelegen stad Quatre Bornes dagtochten met het openbaar vervoer. Zo zag ik alle uithoeken van het eiland: van de hoofdstad Port Louis tot de restanten van een Nederlands fort in Vieux Grand Port, en van de botanische tuin in Pamplemousse tot het Black River Gorges Nationaal Park.
Mijn ticket (normaal een kostbare grap voor 11 uur vliegen) betaalde ik met de afgelopen jaren bijeen gespaarde Frequent Flyer-miles. De natuur van Mauritius vond ik verrassend mooi en vooral erg groen. De cultuur is erg Indiaas. Echte topbezienswaardigheden zijn er niet, maar ik heb me er toch een week lang prima vermaakt en genoten van de zon en het lekkere eten.
Mauritius is er trots op het best bestuurde land van Afrika te zijn. Geografisch mag het dan bij Afrika horen, het doet in alles Aziatisch en vooral Indiaas aan. Ik zag in een boekwinkel in Port Louis prominent de biografie van Lee Kuan Yew liggen, de man die Singapore groot heeft gemaakt. Ik denk dat Mauritius zich hieraan spiegelt: hard werken, orde, netheid.
Erg authentiek is het allemaal overigens niet. Nadat de Nederlanders in de 17e eeuw zijn langs geweest, varkens & koeien introduceerden en suikerriet gingen verbouwen, is er van de oorspronkelijke flora en fauna niet veel meer over. Ook de inwoners komen niet van hier: ze zijn hierheen gehaald voor de suikerindustrie, uit India vooral, en ook uit China, Madagascar, Afrika.
Grappig is het taalgebruik van de Mauritiërs: de officiële taal is Engels, maar de eerste voertaal is duidelijk Frans. Het kwam mij steeds wat vreemd over om mensen met een duidelijk Indiaas of Chinees uiterlijk Engels met een sterk Frans accent te horen praten.
Geld
Op het vliegveld pinde ik mijn eerste rupees. 10 Mauritiaanse Rupees is 0.2430 EUR waard (november 2010). Dat betekent alle prijzen delen door 40. Pinnen bij binnenlandse banken lukte me trouwens steeds niet, maar bij de buitenlandse banken (HSBC, Barclays) ging het altijd zonder problemen. Het meeste wat je standaard uit de automaat krijgt is 3000 rupee (75 EUR).
De dagelijkse dingen zijn goedkoop op Mauritius: een buskaartje kost 0,50 – 0,70 EUR (en daarvoor zit je met gemak 1,5 uur in de bus), een verse baguette 0,12 EUR. Eten in een leuk restaurant is wel vrij prijzig: meestal betaalde ik 10-15 EUR (inclusief drankje en soms een voor- of bijgerecht). Entreeprijzen zijn als ze al geheven worden meestal een paar EUR; maar vaak is de toegang tot musea e.d. gratis.
Vervoer
De Bus. Mauritius zonder haar bussen is niet voor te stellen. Kleurige vaak rammelende bussen van tientallen busmaatschappijen rijden af en aan, over het hele eiland. Je gaat maar ergens bij een halte staan en binnen een paar minuten komt er wel weer eentje aan. Ondanks de hoeveelheid bussen op de weg zitten ze altijd goed vol – het is duidelijk hèt lokale vervoermiddel.
De bussen hebben allemaal een conducteur die bij je langskomt om het kaartje te verkopen. Soms stappen er daarnaast nog extra inspecteurs op om te controleren of iedereen wel echt een geldig kaartje heeft.
Je hebt “Expres”-bussen en gewone bussen. De Expres-bus stopt minder vaak dan de gewone, maar kost evenveel en zit ook niet comfortabeler. Vooral de oudere bussen hebben banken voor 2 personen links en banken voor 3 personen naast elkaar aan de rechterkant van de bus. Met 3 iele Mauritiërs van Indiase afkomst past dat prima. Met een toerist of een op een rapper lijkende forse Afrikaan is het wel heel krap.
Tot slot nog iets over de routes die de bussen rijden: over 18 kilometer doen ze gerust drie kwartier tot een uur. Dat komt niet alleen omdat ze bij iedere bushalte stoppen (haltes zijn er elke paar honderd meter), maar ook omdat ze onderweg nog wat extra rondjes maken en zo veel mogelijk plaatsen aandoen.
Hotel
Ik verbleef 6 nachten in het El Monaco Hotel in Quatre Bornes. Een goede uitvalsbasis zo bleek. Het is een wat ouder 2-sterrenhotel, dus niet erg luxe. De TV op de kamer vertoont alleen Mauritius 1, 2 en 3. De douche bedien je met een schakelaar en dan hoop je dat er warm water uitkomt (’s middags vaker succesvol dan ’s ochtends).
Tegenover deze minpuntjes staat ook veel goeds – met 35 EUR is het zeker niet duur, de kamer is heel schoon en fris, ik had een heerlijk balkon waar je aan het eind van de middag lekker in de zon kunt zitten, er is draadloos internet (wel even lopen naar de receptie) en een zwembad. En de ligging kan niet beter: om een binnenplaats net van de hoofdweg dwars door Quatre Bornes. Bushalte voor de deur, restaurants, supermarkt en andere winkels op een paar minuten lopen.
Het is niet echt een toeristenhotel, meer voor allerlei “zaken”. Tegelijkertijd met mij verbleven er bijvoorbeeld een Amerikaanse leraar gelieerd aan een Pinksterkerk, een meisjesvolleybalteam en een groepje Kenianen op studiereis.
Eten
Je ziet veel Indiase, Chinese en westerse (fastfood) restaurants. De Mauritiaanse keuken is vooral Indiaas georiënteerd, met de nadruk op vis. Viscurry (zie foto rechts) is dan ook een van de populairste gerechten.
Uit de Franse tijd hebben ze lekker brood over gehouden: voor een paar cent krijg je voor ontbijt of lunch een hele verse baguette.