De regio Maramures ligt helemaal in het noordwesten van Roemenië. Tot na de Eerste Wereldoorlog hoorde het gebied bij Hongarije. Het ligt in een vallei geheel omringd door bergen, en heeft daarom altijd haar tradities goed kunnen bewaren. Voorbeelden hiervan zijn de acht houten kerken die op de werelderfgoedlijst staan. Ze stammen uit de 18e en 19e eeuw.
Ik bezoek 4 van deze 8 kerken met de auto op een dagtrip vanuit de regionale hoofdstad Baia Mare. De eerste waarnaar ik op weg ga ligt in het plaatsje Rogoz. Herinneringen van een zoektocht naar kleine houten kerken in Slowakije komen weer naar boven – het vinden van deze oude kerkjes in dorpen vol met kerken is nog niet zo eenvoudig. Ook Rogoz, hoewel maar een kleine plaats, heeft meerdere kerken. De “oude houten” blijkt aan de achterkant van het dorp te liggen, terwijl de nieuwere modellen toplocaties hebben langs de grote weg. De kerk is op slot, zodat ik alleen een blik kan werpen op de verschillende uit hout gesneden decoraties aan de buitenkant.

Vervolgens rijd ik door naar Surdesti. De kerk hier ligt op een heuvel aan het einde van een smalle weg, waar auto’s elkaar niet kunnen passeren. De regen komt inmiddels met bakken uit de hemel, maar toch arriveer ik op het juiste moment. Er is een dienst bezig, het is zondagmorgen, en de kerkzang kan vanuit de verte worden gehoord. Tientallen mensen moeten buiten blijven en staan te bidden tegen de houten muren. Ik ga staan schuilen onder de toegangspoort tot het kerkterrein, samen met een bedelend jongetje en enkele laatkomers. Ik wacht het einde van de dienst maar af.
Nadat de kerk leeg is gestroomd (zo’n 200 man/vrouw), mag ik ook binnen kijken. Het interieur verrast me: het is als een warm thuis! Wollen dekens bedekken de houten banken en de vloeren. De binnenmuren zijn volledig bedekt met vage, naïeve schilderingen.

Daarna rijd ik terug naar Baia Mare om te wachten op het stoppen van de regen. Ik pik nog even de jonge bedelaar uit de Surdesti-kerk op, die aan het liften is in de regen langs de kant van de weg. Hij wil er weer uit bij de volgende kerk in het dorp, waar de dienst nog gaande is. Zo kan hij in één ochtend twee keer iets verdienen! Hij wenst me Drum Bun (Goede Reis) en verdwijnt weer in de regen.
Later die middag ga ik op bezoek bij twee kerken ten noordoosten van Baia Mare: Desesti en Budesti. Hiervoor moet je eerst een bergpas met ongeveer 20 kilometer vol haarspeldbochten oversteken. De kerk in Desesti ligt zelf ook weer bergop. Je komt binnen via het kerkhof. Ook hier hebben de buitenmuren uit hout gesneden decoraties, vooral geometrische motieven. Verder wordt de plek vooral bewoond door kippen zo lijkt het, ze scharrelen rustig en in grote getale rond het gebouw.
De weg van Desesti naar Budesti, van kerk nummer drie naar nummer vier, is de mooiste die ik heb gereden in Maramures. Klein en kronkelig, langs velden met de karakteristieke Roemeense peervormige hooibergen.

De kerk in Budesti ligt ook nogal verborgen in het dorp. Het bord blijkt naar beneden te zijn gevallen en ik moet één van de oude vrouwtjes in de straat die me toch al aan het nakijken was om de weg vragen. Bij deze kerk zijn een paar mannen een graf aan het graven in de voortuin van de kerk. Ik kan rustig het terrein oplopen en weer een rondje om de kerk maken. Deze hier heeft grotere ramen (een late toevoeging?) dan de andere, dus ik kan wat naar binnen gluren en de iconen bekijken.

Terugkijkend vind ik het bezoek aan deze kerken alleen al de moeite waard voor een inkijk in het Roemeense plattelandsleven, meer dan voor de houten architectuur.