Kakum National Park ligt gunstig op ongeveer een half uur van Cape Coast, het belangrijkste toeristencentrum langs de Ghanese kust. Ik arriveer er om 8.30 uur en tref er ongeveer 10 andere westerse toeristen aan, plus een groep van ca. 100 schoolkinderen. Ze zijn allemaal op dezelfde tour als ik aan het wachten – rondleidingen beginnen op het uur vanaf 8 uur en de kosten bedragen 9 cedi (4,5 EUR) voor buitenlandse volwassenen.
Het park staat op de voorlopige lijst van werelderfgoed vanwege zijn tropisch regenwoud met een verscheidenheid aan planten en zoogdieren. Het omvat niet minder dan 360 vierkante km. Alle bezoekers echter zijn gekomen voor iets anders: de Canopy Walkway. De Ghanezen zijn hier erg trots op, het was de eerste op het Afrikaanse continent. Het bestaat uit een 350 meter lange hangbrug van touwen en planken, die 7 uitkijkplatforms met elkaar verbindt.
Tegenwoordig zijn er een behoorlijk aantal van deze Canopy Walkways (“voetgangersbruggen tussen de boomtoppen”) over de hele wereld. Dit was echter mijn eerste keer. De tour onder leiding van gids William begint met 15 minuten bergop lopen door het bos. Er zijn zeldzame dieren in het park, maar ze leven meestal ’s nachts of blijven wijselijk weg van het veel betreden pad naar de Canopy Walkway. Met 100 kinderen van een jaar of 8-14 op het pad, kun je je voorstellen dat zelfs de laatste vogel of vlinder weg zal vliegen naar een rustig plekje.
Eenmaal bij de brug aangekomen laat de gids de kinderen gelukkig wachten, en stuurt ons volwassenen als eersten de brug op. Omdat we omhoog zijn gelopen, lijkt het op het eerste gezicht niet dat we hoog boven de grond zijn. Het enige beetje enge aspect is het heen en weer wiebelen van de touwen van de brug. En halverwege stoppen om naar beneden te kijken is ook niet zo’n goed idee. Als je echt hoogtevrees hebt moet je hier niet aan beginnen.
Na het tweede bezichtigingsplatform word ik me echt bewust dat we bijna op gelijke hoogte zijn met de toppen van de bomen (30 meter boven de grond). Ik blijf een tijdje rondkijken vanaf één van de platforms, en zie opeens een paar apen. In eerste instantie zie ik alleen wat bomen bewegen, maar na enige tijd tonen de apen hun gezichten. Ik denk dat het Black-and-white Colobus Monkeys zijn (Franjeapen schijnt het Nederlandse woord te zijn). Ze zijn te ver weg om te fotograferen (het vergt ook wel enige oefening om foto’s te nemen vanaf de slingerende loopbrug). Ik wijs ze aan voor een Amerikaans stel dat achter me loopt. Hetzelfde stel dat ook gisteren al op dezelfde Cape Coast Castle tour was als ik. Het Ghanese toerisme is een kleine wereld.
De meesten van de andere bezoekers zijn teveel gericht op het lopen om van het landschap te kunnen genieten. Het is een dicht woud daar beneden, bij sommige delen lijkt het alsof je van boven op een broccoli neerkijkt.
Na ongeveer een half uur bereik ik het einde van de hangbrug. Het is een ervaring geweest die ik zeker nog eens wil herhalen ergens anders in de wereld. De schoolkinderen zijn inmiddels al krijsend op de brug verschenen. Ik ben klaar met dit bezoek en wandel terug naar de ingang door het dichte bos.