Bij de receptie van mijn nogal afgelegen liggende hotel bestel ik een taxi om me de 3 kilometer naar Elmina te laten brengen. Dat betekent eerst 20 minuten wachten. Hij moet ook helemaal uit Elmina komen, via een onverharde weg langs de 18 holes golfbaan van het Coconut Grove Resort en door het onontgonnen gebied waar de Ghanees/Engelse hoteleigenaren hun overigens prima strandhotel hebben gebouwd. De taxichauffeur is een vriendelijke man, die me al snel weet over te halen hem ook morgen in te huren voor de tocht naar het Kakum Nationaal Park. Dat is dan maar weer mooi geregeld, zowel voor hem als voor mij.
Nu zet hij me af voor het fort van het kustplaatsje Elmina. Het werd gebouwd door de Portugezen in 1482, en is daarmee het oudst overgebleven gebouw van Europese oorsprong in Afrika ten zuiden van de Sahara. Van de buitenkant ziet het er nog prima uit. Het is ook zo groot, dat het het hele vissersplaatsje overheerst.
Na het betalen van 9 cedi entree word ik de binnenplaats opgelaten. Oogverblindend wit is het hier allemaal, het zit goed in de verf. In het centrum staat een oud Portugees kerkje. Daaromheen zijn de gebouwen voor de gouverneur, de soldaten, de gevangenen en de handelswaar (inclusief slaven). Ik had niet verwacht dat het zo groot en zo compleet zou zijn – meestal zijn forten toch niet veel meer dan wat ruïnes van steen of beton.
Hier is het voor het eerst in Ghana dat ik een flink aantal andere toeristen zie. We krijgen in een groep van 10 een rondleiding. Verder zijn er nog diverse schoolklassen op het terrein. De kinderen dragen allemaal uniformen, en zijn goed gedresseerd.
Elmina is voor de Nederlanders speciaal interessant, aangezien het tussen 1637 en 1871 in Nederlandse handen is geweest. Er hangt ook nog een gedenksteen in het Nederlands ter ere van de laatste gouverneur. Deze man woonde overigens zeer riant in dit complex. Dat kan niet worden gezegd van de gevangenen en slaven. Kelders zonder veel licht of frisse lucht herbergden groepen mannen en vrouwen voordat ze per schip op transport werden gesteld naar Amerika.
Vanaf de top van het fort heb je ook een goed uitzicht op het tweede fort van Elmina. Dat ligt op een heuvel een paar honderd meter van dit Fort St. George. Het tweede fort is gebouwd door de Nederlanders – ze gebruikten de heuvel als strategisch punt om de Portugezen aan te vallen, en bouwden er later ter verdediging een eigen fort om te voorkomen dat hen hetzelfde zou overkomen.
Elmina is maar een kleine plaats waar verder niet veel te zien is. Wel opvallend zijn de posuban. Dat zijn een soort naïeve sculpturen gemaakt door religieuze broederschappen. Mooi zijn ze niet, wel heel apart. Ik heb er geen foto van kunnen maken want ze worden nogal goed ‘bewaakt’ door omstanders.
Met weer een taxi ga ik naar de volgende plaats aan de kust: Cape Coast. Ook daar hebben ze een oud Europees fort / kasteel dat werelderfgoed is. Het is bloedheet vandaag, en ik ga eerst maar even wat eten in het naast het kasteel gelegen restaurant.
Daarna is het weer tijd om 9 cedi te betalen en me aan te sluiten bij een tour door het kasteel. Cape Coast Castle is gebouwd door de Engelsen. Ik vind het minder mooi dan dat in Elmina, maar het is net zo wit en net zo compleet. Hier is de link met het slavernijverleden nog schrijnender: er zijn muffe kelders waar 100 – 200 man maanden in werden vastgehouden. Daarna werden ze via een tunnel weggevoerd naar het klaarliggende schip via de ‘Door of No Return’.
Na de rondleiding had ik eigenlijk gepland om nog wat in het aardige plaatsje Cape Coast rond te wandelen. Maar het is zo heet, dat ik er na anderhalve straat al de brui aan geef. Behalve wat gebouwen uit de Engelse koloniale tijd, zie je hier net als elders in Ghana veel moderne bouwwerken die volledig geschilderd zijn als een soort reclamezuil. Met name het rood van Vodafone is heel populair.