In de medina van Fez is het notoir lastig om je weg te vinden. Ik strand eerst in een woonwijk, maar daarna ontwikkel ik een truc: ik achtervolg een kleine groep Fransen met een officiële gids. Wanneer ze stoppen om naar hem te luisteren, word ik plotseling erg druk met het maken van foto’s op die plek zodat ik ze niet inhaal. Uiteindelijk leiden ze me naar de Bab Boujloud-poort, waarvandaan ik alleen verder durf (ik kan me hier laten leiden door de gekleurde bordjes van de speciale wandelroutes).
Het is verleidelijk om deze medina te vergelijken met die in Marrakech. De verschillen zijn echter duidelijk: de muren van Fez geel zijn in plaats van roze, de straten zijn smaller in Fez en er zijn minder toeristen. Aan de andere kant: Fez mist de grootse monumenten die Marrakech heeft, hoewel de Bou Inania Madrasa wel de moeite waard is van de paar Dirhams entree. Haar pracht is verborgen achter een houten deur in het midden van de souks.
Mijn route doorkruist de medina van het westen naar het noordoosten. Op die manier eindig ik in de leer souk met zijn beroemde leerlooierijen. De bakken met kleurstof, met de arbeiders tot aan hun knieën in erin, zijn het handelsmerk van de Fez Medina. Om dit te bekijken, moet je één van de leerwinkels binnengaan die terrassen hebben. Ik volg een andere groep Fransen naar binnen, en kan in en uit gaan zonder lastiggevallen te worden om iets te kopen.
De leerlooierijen zijn het meest sprekende voorbeeld van alle ambachten die ooit gebruikelijk waren in de medina. Ze deden me denken aan mijn bezoek eerder deze maand aan de dhobi Ghats in Mumbai, waar het wasgoed van duizenden wordt gedaan door mannen zwoegen in water en zeep. Beide zijn overblijfselen van tijden die elders al lang vervlogen lijken te zijn.