Ik moest dan wel belachelijk vroeg opstaan vandaag, maar het voordeel is dat je dan ook vroeg op je bestemming bent. Transavia vliegt keurig volgens schema, en ik kan met gemak de airportbus van 10 uur halen naar het centrum van Marrakech. Weg van de smeltende sneeuw in Nederland. En een kennismaking met weer een nieuw land.
Hoe ziet het er hier uit? Brede boulevards met palmbomen, daar houden ze klaarblijkelijk van. Het is een erfenis uit de Franse koloniale tijd. Ook olijf- en sinaasappelbomen zie je regelmatig gewoon langs de kant van de weg. En veel gebouwen van roze-rode steen: Marrakech heeft niet voor niets de bijnaam ‘de Rode Stad’.
Nadat ik mijn spullen gedropt heb in het hotel, ga ik te voet naar het oude centrum, de medina. Ik wil naar het museum van Marrakech en de Ben Youssef Madrassa. Die liggen in het noordoosten. Je komt er via de souks, de marktstraatjes. Ze zijn smal en een en al bochten. Er wordt veel toeristische rotzooi verkocht. Sinds Marrakech door diverse goedkope vliegmaatschappijen op de kaart is gezet, is dit een echte trekpleister geworden voor met name Fransen en Engelsen.
Ik loop voor mijn gevoel steeds naar het noordoosten. Je loopt er redelijk op je gemak, de verkopers zijn niet al te actief. Mijn verbazing is echter groot als ik na een half uur weer precies voor de poort blijk te staan waar ik begonnen was. Nou ja!
Nu ik weer aan deze kant van de stad ben uitgekomen, ga ik eerst maar eens lunchen aan het beroemdste plein van de stad. Djemaa El-Fna moet na zonsondergang een enorm spektakel zijn, met artiesten en eetstalletjes. Zo rond lunchtijd is het vooral een groot marktplein, met een eenzame slangenbezweerder en wat zielige aapjes.
Om toch nog wat cultureels mee te pakken deze dag, loop ik op de terugweg langs de Koutoubia-moskee. Je mag er als niet-moslim niet naar binnen. Maar je gaat toch vooral voor zijn schitterende minaret. Deze heeft als voorbeeld gediend voor de Giralda-toren in Sevilla, en stamt oorspronkelijk uit de 12e eeuw.