De laatste uren in Bali breng ik door met wat je hier het beste kunt: tempels kijken. Om één uur haalt de taxi, die me ook naar het vliegveld zal brengen, me op bij het hotel. Achter het stuur zit een praatgrage chauffeur die goed Engels spreekt. Net als alle eerstgeborenen op Bali heet hij Wayan.
We rijden eerst naar de Olifantsgrot Goa Gajah. Gisteren had ik al geprobeerd om er naar toe te lopen, maar na een minuut of 40 heb ik de moed opgegeven omdat de route te onduidelijk was (en maar door blijven lopen in de hitte is ook niet zo’n goed idee). Het blijkt nu dat ik wel op de goede weg was, maar ook dat het nog wel een kilometer of 3 verder was dan waar ik was omgedraaid.
Goa Gajah is de oudste tempel op Bali. Centraal staat een door mensen uitgehouwen grot, waar hindoepriesters leefden. Dit deel dateert uit de 11e eeuw. Entree hier kost maar 6000 rupiah (40 EUR cent). Vanaf de ingang aan de weg loop je via een trap naar beneden. Vanaf daar heb je al een fraai uitzicht over het hele complex.
Meest in het oog springend als je beneden komt is de badtempel, midden op het terrein. Het water stroomt het bad in via kruiken die door zes vrouwelijke beelden in hun handen worden gehouden.
Hét kenmerk van deze tempel, en het oudste onderdeel, is de Olifantsgrot zelf. De ingang daarvan is versierd met een druk tafereel van sculpturen. Het ziet er een beetje angstaanjagend uit, als de mond van een groot monster waardoor je naar binnen moet.
Ik loop achter een stel Japanners met gids naar binnen. De grot is maar een kleine ruimte, in een T-vorm. Aan de drie uiteinden staan beelden van Ganesh, van Shiva en drie shiva lingams (vruchtbaarheidssymbolen). Het is er donker en een beetje mysterieus.
Iets van het hoofdterrein af, verder naar beneden bij een riviertje, zijn nog meer tempels en boeddhistische relikwieën te vinden. Ook hier loop ik een tijdje genietend rond. Het is een mooie omgeving en het hele tempelcomplex is levendig en goed onderhouden.
We rijden vervolgens een uurtje naar het zuiden, voor de watertempel Tanah Lot. Bali is niet zo heel groot: het heeft 4 miljoen inwoners en de oppervlakte is iets groter dan Nederland. Tanah Lot ligt vlakbij de grote badplaats Kuta. Het verkeer is hier erg druk. Je ziet er ook veel bloot geklede toeristen. Dat past hier helemaal niet.
Hetzelfde publiek kom ik ook weer tegen bij de tempel van Tanah Lot. Je moet eerst langs honderden souvenirstalletjes om bij deze tempel te komen.
Het is een watertempel, gebouwd op een rots in zee. Het is nu eb, dus je loopt er zo naar toe. Je mag er echter niet naar binnen. De ligging is mooi, maar verder vind ik het niet zo indrukwekkend.
Tanah Lot was wel de laatste tempel tijdens mijn verblijf op Bali. De taxi brengt me door het drukke verkeer rond Kuta en Denpasar naar het vliegveld, vanwaar ik aan de lange terugreis begin.