San Marino is een enclave in Italië, en al een volledig zelfstandig land sinds 1296. In de middeleeuwen waren er in Italië wel 200 van deze stadstaten, maar San Marino is de enige die overgebleven is. Er wonen zo’n 30.000 mensen in het landje. Ze zijn verdeeld over 9 gemeentes.
Vanuit mijn standplaats Verucchio (een berg verderop) rijd ik in 20 minuten naar San Marino-stad – de hoofdstad. Er staat wel een bordje langs de kant van de weg om aan te duiden dat je San Marino binnenrijdt, maar er zijn geen grenscontroles of zo. Ze gebruiken er ook de Euro hoewel San Marino geen lid is van de Europese Unie. Ze slaan er wel hun eigen euromunten, leuk voor de verzamelaars en ook veel verkocht in de souvenirwinkels. Dit doen ze trouwens ook met hun postzegels.
In de zomer komen er hier veel toeristen, jaarlijks 2 tot 3 miljoen. Tegen de berg Titano waar de stad bovenop is gebouwd zijn dan ook een stuk of 12 grote parkeerplaatsen. Verder is er een kabelbaan die vanaf het plaatsje aan de voet van de berg naar het oude centrum boven gaat.
Ik parkeer op parkeerplaats P3, ongeveer halverwege de berg. Op een plattegrond die daar hangt zie ik dat vanaf dit punt een voetpad begint langs de drie middeleeuwse torens die San Marino ‘beschermen’. Dat lijkt me een stuk leuker lopen dan over de grote weg omhoog.
Het blijkt een steil bospad te zijn. Er ligt hier zelfs een beetje sneeuw! Op de pieken van de omringende bergen in de Apennijnen ligt nog heel wat, een mooi gezicht. Sowieso is dit een wandeling die het van de uitzichten moet hebben.
De middelste toren is die van het kasteel della Cesta. Hier koop ik voor 3 EUR een kaartje om binnen te kijken. Ze hebben er maar liefst twee verdiepingen met oude wapens, iets wat in ieder kasteel ter wereld tentoongesteld schijnt te moeten worden. Mij boeit het niet zo, en ook de dames die de wacht houden zitten er verveeld bij of zitten met elkaar te kletsen. Wel leuk hier zijn weer de uitzichten.
Na ruim een uur lopen sta ik voor de één van de stadspoorten die toegang geven tot het oude centrum. Ik had er van tevoren al over gelezen dat het niet veel zou voorstellen. En inderdaad, meer dan een paar middeleeuws aandoende (maar volledig in de 20e eeuw gerestaureerde) straatjes is er niet. Alleen het stadhuis, Palazzo Publico, is nog een kijkje waard.
Ik sluit mijn uurtjes in San Marino af bij de lokale Chinees – het enige alternatief voor al die dure en toeristische restaurants die in het centrum zitten. Mijn bezoek aan San Marino was kort en niet memorabel, maar het heeft me toch nog wat opgeleverd: hiermee kan ik officieel bezocht land nummer 63 en werelderfgoed nummer 307 afstrepen!