De eerste uren in een ‘nieuw’ land ben ik altijd benieuwd naar het bijzondere, het opvallende: dat wat een land anders maakt dan andere landen. Nou is Argentinië op het eerste gezicht niet zo bijzonder: het lijkt een beetje op Italië, een beetje op Spanje en heel veel op Chili. De weg van het vliegveld naar het centrum is een doodgewone snelweg die in heel veel landen had kunnen liggen. Er zijn wat torenflats in de buitenwijken van Buenos Aires, de rest van de stad is voornamelijk laagbouw. Ik zie geen hutjes of sloppenwijken, maar echt goed in de verf zit het ook allemaal niet.
Na een dagje rondsjouwen kom ik tot de volgende Top 5 ‘Typisch Buenos Aires’:
- Zoet gebak – er zijn hier veel cafés en veel terrassen, maar het blijft niet bij koffie alleen. Ze hebben ook vitrines vol koekjes, zoete broodjes, gebak en chocola. Ik bestel een simpele croissant maar zelfs daar zit een zoet laagje overheen.
- Tralies voor de ramen – zelfs kiosken en kapperszaken hebben enorme hekken met tralies voor de ramen. De hekken gaan ook tijdens openingstijd maar half open.
- Schone schijn – je ziet veel mensen in zeer chique pakken en jurkjes over straat lopen. Zijn dit de rijken van de stad, of houden mensen hier gewoon van mooie kleren? Is Argentinië nu wel of niet de economische crisis van 1999-2002 te boven? En hoe zit het met dat jongetje van een jaar of 10, dat in het restaurant pennen probeert te verkopen? Of al die papierverzamelaars en schoenpoetsers in de stad?
- Hondenuitlaatservice – ook in Nederland wel van gehoord, maar hier zijn er veldjes waar tientallen honden tegelijk worden uitgelaten.
Protesteren – daar houden de inwoners van deze stad ook van. Op het Plazo de Mayo is het altijd raak. Als ik er ben is er net een demonstratie aan de gang voor de vrijlating van 6 Paraguayanen. Er zijn hekken geplaatst zodat de mensen zich maar beperkt kunnen bewegen. De mobiele eenheid kijkt van een afstandje toe. Even verder op warmt een groep vrouwen met spandoeken zich al op voor hun protest voor betere ziekenzorg.