Na een gezond ontbijt (ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst 2 stuks fruit bij het ontbijt heb gegeten) wandel ik het centrum van Kosice in. Het is zaterdag, gezellig druk in de stad en heerlijk weer. Ook hier is het centrum weer op z’n minst autoluw te noemen. Wel rijden er trammetjes. Middelpunt is de Hlavna-straat, een brede boulevard met aan het begin en aan het eind een monumentaal gebouw en aan weerszijden veelkleurige burgerhuizen.
Ik loop eerst richting de kathedraal. Het schijnt na die van Praag de grootste van Centraal Europa te zijn. Het dak is met goud belegd. Helaas is het nu niet open, van binnen schijnt het ook erg rijk versierd te zijn.
Aan een zijstraat staat het gothisch puntige Jakab’s paleis, ook al zo’n pareltje dat in Praag niet zou misstaan.
Op de weg terug naar het noordeinde van de hoofdstraat stuit ik op een verzameling antieke auto’s, door de trotse eigenaars die er naast staan hier ter bezichtiging neergezet. Ze hebben echt oude exemplaren van o.a. Citroen en Chevrolet. Mijn aandacht wordt echter vooral getrokken door de oude Oost-Europese auto’s. Er is een Russische jeep waarvan de bestuurder/eigenaar zich met dikke snor en uniform heeft uitgedost. Marsmuziek schalt uit een al even oude radio. Naast Skoda’s en Trabantjes zijn er ook deze twee voormalige Lada-politieauto’s.
Helemaal aan het einde van deze straat staat het Oostslowaaks museum. Eigenlijk twee musea: één met een natuurhistorische tentoonstelling met kasten vol mineralen, de ander met de menselijke geschiedenis. Prijsstuk van de laatste is een gouden schat die in 1935 bij werkzaamheden in de hoofdstraat is gevonden. Hij bestaat uit 2920 gouden munten. Ze liggen nu achter hele stevige kluisdeuren in de kelder van dit museum. Er zijn ook veel Nederlandse munten bij, onder andere uit Kampen en Zwolle. Ze dateren allemaal uit de 15e-17e eeuw.
Aan het eind van de middag ga ik op zoek naar het stadspark. Daar spelen ze deze zaterdag een veldslag na, zo las ik eerder deze week in een engelstalige Slowaakse krant. Als ik in het park loop hoor ik al een enorme knal, en vliegen de duiven me tegemoet. Rond een grasveldje staan honderden mensen. Op het terrein probeert een leger met kanonnen en geweren een dorpje met slechtbewapende mannen en vrouwen te veroveren.
De strijd gaat gelijk op. Het kanon is het leukst, maar ook met de geweren wordt flink geschoten. De honden die door hun baasjes zijn meegenomen vinden het maar niets. Na een kwartiertje hangen overal kruitdampen op het terrein. Maar er blijft genoeg te zien, de ca. 60 spelers maken er een heel spektakel van. Uiteindelijk winnen de aanvallers toch nog en gaan er met de vrouwen van het dorpje vandoor.