Verder oostwaarts gaat het vandaag, naar Kosice, zo’n 250 kilometer verderop. De lieflijk groene heuvels maken plaats voor steeds hogere bergen. Van een afstandje zie ik er zelfs één met sneeuw. Er zijn weer een paar stukjes snelweg, maar het meeste is toch een gewone tweebaansweg.
Aan het eind van de ochtend heb ik een tussenstop gepland in het Slowaakse Karstgebergte. Daarin liggen een aantal (druipsteen)grotten, die op de werelderfgoedlijst staan. Ze staan allemaal goed aangegeven. Ik kies voor de Gombasecka grotten, een paar kilometer vanaf de doorgaande weg. Er staan een paar auto’s, maar verder is het stil. Aan het loket verkopen ze me een kaartje voor de eerstvolgende rondleiding om 13 uur. Dat is nog een uur wachten. Helaas is er verder niets open om lunch of zoiets te kopen. Ik moet me voorlopig maar tevreden stellen met het zakje nootjes dat ik nog bij me heb.
Tegen één uur begint het onverwachts echt druk te worden bij de ingang van de grot. Tientallen mensen zijn gearriveerd, meest Slowaken, Polen en Tsjechen. Het zijn er zelfs zoveel dat we in twee groepen van een man of 30 verdeeld worden voor de rondleiding. Beide gidsen blijken de rondleiding in het Slowaaks te doen (of iets wat daar op lijkt), maar dat maakt me niet veel uit. Het gaat om wat je ziet. De entreekaartjes controleren ze helemaal niet meer, dat zal wel door de drukte komen.
Ik ben niet zo dol op druipsteengrotten en heb er al een aantal gezien. Maar ja, het is een werelderfgoed en dan moet je wel. Dit is niet zo’n grote grot. De meeste wanden hebben een roodbruine kleur. Het drupt er nog steeds goed, dus komt mijn regenjack eindelijk goed van pas. De grotten staan vooral bekend om hun dunne stalactieten – een soort rietjes. Via smalle gangen komen we uit in een ronde zaal, waar vanaf de roodbruine en witte muren hele fijne, dunne draden naar beneden druppen.
De rondwandeling door de grotten heeft zo’n 40 minuten geduurd – lang genoeg voor mij. Het wordt tijd om de laatste 70 kilometer af te leggen naar Kosice.
Kosice is de tweede stad van Slowakije en heeft ca. 235.000 inwoners. Van ver ziet het er als een echte industriestad uit met veel smerige pijpen. In een buitenwijk staat een echt enorme staalfabriek van US Steel. Slowakije is een goedkoop land om in te produceren.
Het mag dan een grote stad zijn, mijn hotel in het centrum heb ik dit keer zo gevonden. De rest van de middag besteed ik aan uitrusten en internetten.