Het eerste deel van de rit van 150 kilometer naar Banská Stiavnica is vlak en saai, net als gisteren. In de buurt van Nitra, na een uurtje rijden, begint het opeens veel heuvelachtiger te worden. Veel groener ook. Het is prettig om hier te rijden, het vrachtverkeer heeft vrij vandaag en er is zowaar een stuk echte snelweg!
Vanaf de afslag Zarnicova/Banská Stiavnica gaat het de laatste 18 kilometer verder over een heerlijke slingerweg waar je niet harder kan of mag dan 40. Schattige dorpjes met bloeiende kersenbloesems wisselen af met restanten van oude mijnen en bijbehorende pastelkleurige Sovjet-flats. Bij iedere bocht vraag je je weer af waar je uit gaat komen. De spanning voor Banská Stiavnica, rijk geworden door het delven van goud in de 16e-18e eeuw en nu werelderfgoed, wordt zo goed opgebouwd.
En inderdaad: de eerste blik op Banska Stiavnica wekt indruk. Ik zie eerst, bovenop een heuveltop, twee kerken of kapellen behorend bij de Calvarie. De weg slingert zich dan verder over kinderkopjes naar het centrum van het stadje. Overal staan kleurrijke gebouwen. Sommige afgebladderd, andere fel in de gele, groene of oranje verf. Hier is ook mijn hotel, aan de hoofdstraat.