Soms lijkt het of ik hier niets anders doe dan in een bus zitten. Dit keer is het maar vijf uur, van Baguio naar Vigan. De bus van 9 uur is een luxe exemplaar met zelfs vaste zitplaatsen. Dat mag ook wel, want de bus is helemaal vol met Filippijnen die bepakt en bezakt op weg gaan.
De airco gaat flink aan, en de conducteur probeert een video op te zetten. Ondertussen slingert de bus zich een weg naar beneden, van de bergen richting kust. Het meisje naast me neemt al pillen tegen de misselijkheid, en ook ik voel me niet helemaal lekker. Gelukkig bereiken we op tijd de rechte weg zodat het ontbijt binnen blijft.
Vigan
Aan het begin van de middag rijden we Vigan binnen. De bus zet me af op het centrale, Zuidamerikaans aandoende plein. Ik laat een driewieler-riksja me naar het Villa Angela Heritage House brengen. Dit prachtige landhuis, met vier grote kamers, heb ik de komende dagen voor me alleen. Het is net alsof je in een museum woont, alleen mag je nu overal op en aan zitten. In mijn enorme slaapkamer staan o.a. een schommelstoel en een driepersoons hemelbed. Hier ga ik het wel uithouden de komende dagen!
Aan het eind van de middag loop ik een rondje door de stad. Ook hier is het erg druk op straat, waarbij de bussen en riksja’s aangevuld worden met calesas (paardenkoetsjes). Deze koetsjes zijn hier in Vigan een normaal transportmiddel.
Het historische centrum van Vigan is ook echt historisch en het aanzien zeer waard. Toch wel een unicum in de Filippijnen. De grote gele kerk vormt het middelpunt, en ligt aan een van de twee grote pleinen. Hier zijn ook de inmiddels overbekende fastfood restaurants te vinden en een aardig winkelcentrum.
De volgende dag is het tijd voor een uitgebreider bezoek. Via de Crisologo Street wandel ik naar het centrum. Deze straat is geheel verboden voor gemotoriseerd vervoer, een verademing. Aan deze straat liggen ook de typische historische huizen, met een winkel onder en de woonruimte boven. Nu zijn ze bijna allemaal in gebruik als souvenirwinkels die allemaal hetzelfde handwerk en T-shirts verkopen. De stad Vigan heeft echt geprobeerd wat te maken van deze straat: klinkers hebben het asfalt vervangen, en er staan om de paar meter bankjes (in de vorm van het zitje achterop de koets) en prullenbakken.
Het Crisilogo Old House is één van de oude huizen waar je binnen mag kijken. Vooral beneden is het een rommeltje met de parafernalia van meneer Crisilogo, een befaamd politicus en oorlogsheld zo blijkt. Behalve heel veel medailles en oorkondes staat er ook een oude Amerikaanse auto met kogelgaten (waarin zijn vrouw ooit beschoten werd). Boven is het wat meer een woonhuis, maar lang niet zo mooi als “mijn” Villa Angela.
Al rondlopend merk je dat ook dit toch een vrij arme stad is. Er wordt regelmatig gebedeld door kinderen en bejaarden. Ook zijn er straten die uit niets anders bestaan dan vervallen huizenblokken.
Ilocos Norte
Ik heb een dagtocht gepland naar twee plaatsen in de provincie Ilocos Norte, Batac en Paoay. De kwaliteit van de bussen gaat zienderogen achteruit naar mate je meer buiten de grote steden komt. Dit keer tref ik een overjarige stadsbus met smalle bankjes. Maar er zijn gelukkig ook niet veel andere passagiers dus oncomfortabel is het niet. We racen over de National Highway, een soort B-weg dwars door allerlei dorpjes. Het is hier blijkbaar al tijden droog en warm in tegenstelling tot de rest van het land, ik zie brede rivierbeddingen met hier en daar een plasje water waarin vrouwen de was aan het doen zijn. Het droogt in ieder geval snel.
Na anderhalf uur bereiken we Batac. Vanaf daar pak ik een jeepney naar het een paar kilometer verderop gelegen Paoay. Het is een rustig dorp. De robuuste kerk, een werelderfgoed, kun je al van verre zien liggen. Het is een breed, bulkachtig gebouw. Deze vorm, en de 26 verstevigde uitbouwsels aan de zijkanten, moet het geheel aardbevingsproof maken. Dat is blijkbaar goed gelukt want hij staat al zo’n 200 jaar overeind. In tegenstelling tot veel andere bezienswaardigheden in de Filippijnen is hier echt moeite gedaan het monument goed tot zijn recht te laten komen: er ligt een keurig onderhouden grasveld omheen en aan alle kanten is het uitzicht vrij gemaakt om de kerk onbelemmerd te kunnen bewonderen. Helaas kan ik niet naar binnen omdat de kerk gesloten is voor een lange middagpauze. Dus kies ik er ook maar voor te gaan lunchen in het prima restaurant aan de overkant.
Terug in Batac, Home of the Great Leaders zoals ze zelf zeggen, moet ik toch even langs het voormalig huis en het mausoleum van wijlen president Ferdinand Marcos. Zijn fraaie houten huis is helaas gesloten, maar je kunt wel naar een kleine tentoonstelling over ’s mans leven en werk. Het hoogtepunt is natuurlijk het goed gekoelde mausoleum(pje), waar het lichaam van Marcos er vredig bij ligt. Het lijkt nooit echt, zo’n gebalsemd lichaam. Hier zijn het de oren die een beetje raar zijn. Verder overheerst hier de respectvolle bewondering: voor veel inwoners van deze regio is hij nog steeds een held. De belangrijkste straat van Batac is ook naar hem genoemd.