Het Zvartnots vliegveld bij Yerevan is klein en rommelig. Bij de uitgang staat een chauffeur te wachten met een bordje met mijn naam. Een prima service, om half zes ’s ochtends. Het ritje in een Lada naar het centrum van Yerevan duurt zo’n 20 minuten. Veel moois is er onderweg niet te zien. Opvallend is het grote aantal casino’s.
Yerevan
In de loop van de ochtend loop ik naar het Plein van de Republiek, het hart van Yerevan. Het is een lekkere wandeling. De straten hier in het centrum zijn omzoomd door bomen. Er zijn wat (souvenir)winkels en terrassen, het ziet er dus allemaal wel vriendelijk uit. Het Plein zelf is zo’n grote communistische vlakte met Belangrijke Gebouwen, opgevrolijkt met een fontein.

Het is vandaag Dag van de Republiek en de musea zijn dicht. Heel veel meer dan dat is er ook niet te zien. Ik loop wat rond en drink een dure cappucino op het terras van het Marriott-hotel aan het plein.
Wel bezoek ik nog de Vernissage, een rommelmarkt die elk weekend wordt gehouden. Particulieren spreiden hier hun kleedjes uit en doen hun oude spullen of handwerk in de aanbieding, Vele tientallen mensen maken hier gebruik van. Veel ouderen, met trieste restjes van elektronische apparaten en serviezen. Ook worden er tapijten verkocht.
Aan het eind van mijn reis lukt het me overigens toch om nog het Matenadaran te bezoeken, het meest interessante museum van Yerevan. Het is eigenlijk een ode aan het Armeense schrift, dat stamt uit 405. In het museum zijn oude handschriften in het Armeens en andere talen te zien. Oude, geïllustreerde boeken over geneeskunde en wiskunde bijvoorbeeld.
