Malta is vanuit de lucht goed te bewonderen: geen wolkje verspert het zicht. Wat is het klein! En kaal en dichtbevolkt! Alleen de reusachtige bolle koepel van de kerk in Mosta breekt het beeld van rots, zand en flats.
In vijf dagen verkende ik het eiland, meestal per bus en soms te voet. Langer had voor mij ook niet gehoeven. Er zijn wel wat aardige dingen te zien, maar het is vooral ook heel klein en lelijk. Ik moest vaak terugdenken aan Barbados, een soortgelijke plek.

Valetta en omgeving
Ook Valetta is maar klein: in een paar minuten loop ik van de Stadspoort naar het Archeologisch Museum, en vandaar weer een paar minuten naar het hotel. En dan heb je eigenlijk 60% van de oude stad al gehad.
Valetta is een gefortificeerde stad, die je door een van de stadspoorten betreedt. Er zijn smalle straten en hoge huizen, om zoveel mogelijk schaduw te creëren. Alle gebouwen hebben een soortgelijke stijl. Langs de haven zijn twee stadsparkjes, met een uitzicht over het havengebied en de andere forten aan de overkant. De kathedraal is natuurlijk een belangrijk punt in de stad: aan de buitenkant niet al te opvallend, maar van binnen één brok decoratie. De vloeren zijn bedekt met marmeren graftegels (hier en daar beschilderd met een doodskop), de muren met – wat is het eigenlijk, houtsnijwerk, leer?

Het Archeologisch Museum, gelegen aan de drukste winkelstraat van Valetta, is klein maar fijn. Er is één grote zaal waar ze de meest delicate opgravingen uit de oude tempels tentoonstellen. Dit zijn vooral beeldjes, met als fraaiste exemplaar een slapende vrouw (gevonden in het Hypogeum).
Paola
Bus 4 gaat naar Paola (net al vele andere bussen trouwens). Het is maar een rit van 10 minuten naar deze voorstad van Valetta. Het eerste doel hier is het Hal Saflieni Hypogeum, een onderaardse grafkelder van 5000 jaar oud. Een paar weken geleden heb ik via internet hier een rondleiding gereserveerd: de toegang is beperkt tot 80 bezoekers per dag. Deze exclusiviteit maakt het allemaal net wat spannender.
Op de tour van 50 minuten krijg je eerst een video te zien van de relatie van het Hypogeum met de andere megalitische bouwwerken op Malta. Veel vormen en thema’s zijn hetzelfde, alleen hier zijn ze uitgehakt in de grond in plaats van gebouwd. Zonder gebruik van metaal is dat uiteraard een hele kunst.
Daarna ga je onder leiding van een gids pas echt onder de grond. Hij vertelt over de vele theoriën die bestaan over deze plek. Het was in ieder geval een grafkelder, want er zijn restanten van botten van 7000 mensen gevonden. Maar waarschijnlijk had het Hypogeum ook een religieuze functie.
Een paar meter verderop liggen de tempels van Tarxien. Waarschijnlijk maakten ze met het Hypogeum deel uit van een nederzetting. Deze exemplaren (daterend uit 3150-2500 v.C.) waren de laatste bouwwerken van de Maltezer tempelbouwers, en vormen het hoogtepunt van hun vaardigheid. Veel van de muren hier zijn bewerkt met cirkels en stippen. Eén muur heeft zelfs een groot relief met twee stieren en een zeug.

Het binnenland
Vanuit Valetta kun je met de bus alle kanten op. Zo is het makkelijk delen van “het binnenland” van Malta te verkennen.
Aan de andere (west) kant van Malta liggen de tempels van Hagar Qim en Mnjadara. Het is een boemelritje van een half uur met een oude bus. De tocht maakt snel duidelijk dat Malta aan natuurschoon niet veel te bieden heeft. Je ziet alleen maar huizen, rotsen en wat industrie. Natuurlijk heeft ieder dorp in dit streng katholieke land wel een fraaie kerk.
Mijn eindbestemming ligt op een heuvel aan zee. Het is een groot complex, met bovenaan Hagar Qim. Een steile wandeling naar beneden, in de brandende zon, brengt je bij de tweede tempelgroep (Mnajadara). Deze ligt vlak aan zee, met uitzicht op het eilandje Filfla. Behalve dat ze een mooiere ligging hebben voegen deze tempels voor een leek niet zoveel toe aan die in Tarxien.

Mosta
Het regent de volgende ochtend zowaar. Niet heel hard, en gelukkig zonder de hopeloos bewolkte Nederlandse lucht. Een goed moment om een kerk van binnen te bekijken. Mosta heeft de grootste van het land. Het stadje ligt een half uur rijden vanaf Valetta.
Het eerste dat je opvalt is dat het ding (de 19e eeuwse Rotunda Church of Saint Mary’s) buitenproportioneel groot is. Het heeft de op twee na grootste koepel ter wereld. En dat in het hart van een stadje met 18.000 inwoners, aan één van de belangrijkste verkeersknooppunten van het land.

Ondanks de regen ben ik hier zeker niet de enige: vele bussen met (veelal oudere Duitse) dagtoeristen van de kust maken hier een stop. Binnen kijken kan vandaag helaas maar even: er is een dienst voor de lokale schooljeugd aan de gang. Het koepelgebouw bestaat uit één holle ruimte met veel marmer, een beetje zoals een moskee in het Midden-Oosten.
Mdina
Na de lunch vertrek ik naar een geheel andere plaats in het Maltezer binnenland: de voormalige hoofdstad Mdina.
Na een paar dagen Malta heb ik inmiddels geleerd niet al te hoge verwachtingen te hebben, maar Mdina blijkt toch wel hét hoogtepunt van het land. Ze zijn nog met een grote opknapbeurt bezig, maar het is er nu al chique, stil (geen autoverkeer!), schoon en vooral betoverend. Deze ommuurde stad heeft absoluut iets Arabisch, met zijn sobere muren en schitterende details (deuren, beelden). Ook staan er een paar fraaie paleizen.

Gozo
Vanaf Valetta is het een uurtje met de bus naar Cirkewwa, waar de boot naar Gozo vertrekt. Ik probeer vroeg te zijn, maar als de bus arriveert moet ik toch wel even slikken: er staat een rij van zeker 500 mensen. En de ene na de andere bus komt nog aanrijden. Ik overweeg serieus Gozo maar over te slaan. Hoe lang gaat dit wel niet duren?
Iedereen in de rij die slingert over het parkeerterrein doet een beetje zenuwachtig lacherig. Maar gelukkig zijn het forse schepen die de veerdienst onderhouden, en na 3 kwartier mag ik ook aan boord.
Bij aankomst in Mgarr scheid ik me snel af van de massa. Ik besluit te gaan lopen naar Xaghra, een kilometer of 6. Het zonnetje schijnt natuurlijk weer lekker, de temperatuur is zo begin mei nog aangenaam. Er is minder verkeer op Gozo dan op Malta, maar je loopt toch nog vlak langs de weg. Niet echt vervelend, maar er is ook niet veel te zien. Of het moet de weer enorme kerk zijn in het dorpje Xewkija.

In Xaghra staan de Gigantija tempels, de oudste van Malta. Ze heten Gigantija omdat gedacht werd dat ze door reuzen zijn gebouwd. In vergelijking met de andere tempels die ik inmiddels heb bezocht, zijn deze het eenvoudigst. Vooral een opeenstapeling grote ruwe stenen. Eigenlijk moet je deze bouwwerken bezoeken in de historische volgorde Gigantija – Hagar Qim – Tarxien, waarbij je de architectuur steeds verbeterd en verfijnder ziet worden.
De 3 kilometer naar de hoofdstad Victoria leg ik af met de bus. Ook hier een koopje. De citadel van Victoria is de voornaamste bezienswaardigheid. De massa toeristen die samen met mij op het eiland is aangekomen sjokt hier nu door de straatjes. Het is een kleinere versie van Mdina, met wat minder sfeer.
Na een lunch met Gozo-specialiteiten als gekruide worstjes en geitenkaas ga ik terug naar de boot. Je begrijpt niet waar alle mensen zijn gebleven, want nu zijn er maar zo’n 50 passagiers. Dat geeft mij de gelegenheid lekker buiten voor op het dek op de uitkijk te gaan staan. Aan het eind van de middag kom ik met de bus weer “thuis” in Valetta.