Met kerst en oud & nieuw van 2003 reisde ik ruim twee weken door het noorden van Ethiopië. Dit is het culturele hart van het land waar het, nu de oorlog met Eritrea voorbij is, voor een toerist prettig vertoeven is. Van tevoren vond ik het moeilijk er een voorstelling van te maken (zou het er erg arm en droog zijn?), maar het is een soort mix van Griekenland en Nepal. Op landschappelijk en religieus gebied bedoel ik dat dan; de Ethiopische cultuur en bevolking zijn uniek.

Ethiopië is een land met een unieke cultuur, dat meer weg heeft van Arabische of Aziatische landen dan van “het echte Afrika”. De mensen zijn over het algemeen rustig en vriendelijk, en met Engels kom je er een heel eind. Wat ik zeker niet zal vergeten zijn de kinderen: massa’s smoezelige kleintjes met veel te grote, kapotte kleren die niets liever willen dan je hand vasthouden en die ‘Hey, you!’ blijven schreeuwen (soms gevolgd door: ‘Give me pen!’, of ‘Give me money!’, of de leuke variant ‘Give me plastic!).

Verblijf

De kwaliteit van de hotels is redelijk, wel is de watervoorziening regelmatig een probleem (geen, weinig en/of geen warm water). De hotels waar ik ben geweest:

Ghion Hotel (Bahar Dar): Groot hotel met schitterende tuin aan het meer en dito terras. Het eten en de service is er ook erg goed. De kamers zijn in aparte bungalows / bijgebouwen. Het is allemaal wel erg oud (68 jaar?) en kan wel een opknapbeurt gebruiken.

Bergeruz Hotel (Gondar): Pistachegroen hotel rondom een binnenplaats. Kleine kamers, maar verder wel OK. Ligt vrij centraal in de stad.

Simien Park Hotel (Debark): Vrij basic hotel met gemeenschappelijke douches en toiletten. Heeft ook een café / restaurant.

Africa Hotel (Axum): Hotel met verdiepingen rond een binnenplaats. Ook weer vrij oud, maar wel in orde. Zachte bedden, eigen niet al te schone) badkamer. Er is ook een restaurant en een “internet room”. Het is een kwartiertje lopen naar het centrum.

Lal Hotel (Lalibela): Op zich aardig hotel met alle voorzieningen, het ligt echter nogal ongelukkig onderaan de berg waar de rotskerken en “het dorpje” zijn.

Geldzaken

De birr is de Ethiopische munt. Pinnen kun je er niet, wel cash euro’s of dollars wisselen. Met 10 birr (= 1 euro) kom je al een heel eind: het is genoeg voor een maaltijd. Een behoorlijke hotelkamer heb je al voor 3 euro, alleen de entreeprijzen van de grootste attracties van het land zijn vrij hoog.

Entree Lalibela 100 birr (€10)
Entree kastelen Gondar 50 birr (€5)
Maaltijd 10 birr (€1)
Cola op terras 3 birr (€0,3)
Flesje bier 4 birr (€0,4)
Half uur internet (Bahar Dar) 5 birr (€0,5)

Communicatie

In de grotere steden en op de meer toeristische plekken vind je internetcafeetjes. Volgens mijn mobiele telefoonprovider (Vodaphone) kun je er ook mobiel naar Nederland bellen, maar zelfs in Addis Abeba was er geen verbinding te krijgen.

Meenemen

Ik neem altijd heel weinig mee op reis (een kilo of 6 à 7), en dat bleek ook in Ethiopië weer prima te voldoen. Met alleen handbagage ben je flexibeler en hoef je minder te wachten. Een slaapzak of lakenzak heb ik niet gemist, en ook een klamboe niet (het noorden van Ethiopië is veel te hoog voor de malariamug). Het enige wat wel handig was geweest, zijn oordopjes: orthodoxe kerken en moskeeën zijn ’s ochtends vroeg wel erg actief, en ook de muziek staat vaak de hele dag aan.

Eten en drinken

Het nationale gerecht van Ethiopië is de injera, wat wordt gebruikt zoals aardappels of rijst bij ons. Het is een grijs-groene zurige pannenkoek, waarop vlees of groente wordt geserveerd. In restaurants kun je ook wel wat Italiaanse gerechten krijgen: spaghetti met tomatensaus en soms pizza of lasagna.

Een lekker locaal non-alcoholisch drankje is de spris: een mix van dikke vruchtensappen (papaya, mango). Dashen-bier is ook niet gek, en vrijwel overal te koop.