De reis van Koyasan naar Matsumoto is een lange – bij mijn wat overhaaste voorbereidingen voor deze reis heb ik blijkbaar niet zo goed op de kaart gekeken. De route is als volgt:
– met de bus naar de kabelbaan
– met het kabelbaantje naar Koyasan Station
– met de trein naar Osaka Namba
– daar geconstateerd dat ik er één halte eerder uit had gemoeten, dus terug naar Shinimamiya
– vandaar weer naar Osaka Station
– met de shinkansen naar Nagoya
– met de regionale trein naar Matsumoto
Zeven lange uren later stap ik eindelijk uit in Matsumoto. De zon straalt hier. Ik haal eerst een plattegrond bij de Tourist Information, en ga dan te voet naar mijn ryokan.
Matsumoto is een heel moderne, rijke en gezellige stad. Ik denk dat het me hier best bevalt. Mijn ryokan kan ik echter niet vinden. Als ik op straat op mijn kaart sta te staren, komt een meisje op de fiets me helpen. Het blijkt dat ik ongeveer voor het gebouw sta waar ik wezen moet – ik had het niet gezien omdat er alleen Japanse opschriften op staan. Ik krijg er een kleine tatami-kamer. Het Japanse bad is erg echter zo heet dat ik me beperk tot een gewone douche.
De volgende dag is er weer volop zon. Ik doe lekker rustig aan, drink ergens een cappucino en strijk neer op een bankje voor het fraaie zwarte Matsumoto-kasteel. Veel Japanners zijn op hetzelfde idee gekomen. Ik word aangesproken door een raar mannetje op een fiets. Zoals altijd is de communicatie beperkt, en wordt ik aangezien voor Amerikaanse. De man heeft nog wel een leuk compliment in huis: nice haircolour! (ja, mijn blonde haar is echt).

Vervolgens naar het folklore-museum, daar vlakbij. Daar hebben ze zowaar een tentoonstelling over werelderfgoederen. Een stuk of honderd grote foto’s sieren de muren van de eerste verdieping. Om je vingers bij af te likken.
In de loop van de middag bezoek ik nog de voormalige Kanchi-school. Dit is een pseudo-westers gebouw uit het eind van de 19e eeuw, toen westers onderwijs werd geintroduceerd in Japan met de Meiji-restauratie.