Deze twee van de vele kloosters/kerken in de Debed Vallei heb ik ook vanuit Vanadzor bezocht. Ik had een taxi gehuurd, en werd vervoerd als een koningin (op de achterbank van een authentieke Volga). Na een uur of zo, was onze eerste bestemming Sanahin. Dit klooster ligt op de top van een heuvel aan de rand van Alaverdi. Te midden van de flatgebouwen was het niet gemakkelijk te vinden, ook de chauffeur moest het op iedere straathoek vragen. Eindelijk aangekomen blijkt het toch een fijne locatie in een rustige omgeving te zijn.
Een vriendelijke dame met de sleutel leidt ons rond, terwijl ze elk detail aan de chauffeur uitlegt (ikzelf begrijp geen woord vanwege de reusachtige Armeens-Nederlandse taalbarrière, waar beide kanten een verschillende lingua-franca gebruiken (Russisch versus Engels)). Als zoveel andere Armeense kerken is deze van binnen ook zwart geblakerd.

Het klooster van Haghpat is aan de andere kant van Alaverdi. Het is meer een oriëntatiepunt dan Sanahin, maar ik zou niet tussen hen willen kiezen. De kerk hier herbergt een langzaam verdwenen fresko van Christus boven het altaar.
Zowel Haghpat als Sanahin zijn grote complexen, die faciliteiten zoals een bibliotheek, een dinerzaal e.a. omvatten. Khatchkars zijn er natuurlijk ook, niet allen in zeer goede staat. Het complex van Haghpat is gedeeltelijk overwoekerd door gras en bloemen, een lust voor het oog in de lentetijd.
Op onze terugweg nodigt chauffeur Valera me in zijn huis in Alaverdi uit om zijn familie te ontmoeten. Deze is natuurlijk een beetje verrast, bij het vinden van een turista op de stoep. Ik word gevoed met koekjes en ijs, en fotografeer in ruil daarvoor de gehele stralende familie. Om te zien hoe deze familie leeft, in een afbrokkelend flatgebouw dichtbij de reusachtige mijn van Alaverdi, is werkelijk een openbaring. Hun levensomstandigheden lijken voor een buitenstaander bedroevend, maar binnen de vier muren van de familieflat lijkt het prettig genoeg.
