Portugal en Madeira

Ook dit jaar ben ik weer succesvol ontkomen aan de Hollandse kerst. Het reisdoel dit keer: Portugal en Madeira, voornamelijk om werelderfgoederen te bekijken. Achtereenvolgens verbleef ik in Guimaraes, Evora, Lissabon en Funchal.

Guimaraes
Om in Portugal rond te reizen heb ik een autootje gehuurd. Vanaf het vliegveld van Lissabon heb ik meteen een fikse tocht voor de boeg naar het noorden, naar Guimaraes (zo’n 300 kilometer). Gelukkig gaat het maar om één lange snelweg. Een tolweg bovendien, zodat ik, met alleen een pinpas op zak, eerst een paar wegrestaurants langs moet om te kijken of er ergens een geldautomaat staat. Gelukkig lukt dat vrij snel, en kan ik nu ook voorzien van drank en eten doorrijden naar het noorden.

port1Aan het eind van de middag arriveer ik in Guimaraes, een vrij grote stad. Ik dacht dat ik het hotel makkelijk zou kunnen vinden: het ligt tegenover het station. Wat blijkt echter: het station is weg! Nog nooit heb ik ergens gezien dat ze een heel station hebben weggehaald, maar hier rest alleen nog een grote zandvlakte annex bouwplaats. Gelukkig heeft ‘mijn’ hotel een groot uithangbord.

De volgende dag, het is zondag, loop ik al vroeg het centrum in. Het is stralend weer, de stoelen voor de terrasjes worden al buiten gezet. Op weg naar het kasteel kom ik door het oude stadshart, dat niet voor niets op de Werelderfgoedlijst blijkt te staan. Rondom een dichtbebouwd plein staan uitsluitend traditionele huizen met houten balkons en kleurrijke voorgevels. Ook de opgehangen was geeft het geheel een authentiek tintje. Van het kasteel zelf staat alleen de buitenkant nog overeind. Op de terugweg kom ik langs diverse azulejos, blauwe tegeltjes aan de buitenkant van huizen. Aan te raden stad, dat Guimaraes.

Eigenlijk had ik vanaf hier ook nog naar de Coa Vallei gewild, met zijn prehistorische rotsschilderingen. Door wateroverlast bleek dit echter niet mogelijk. Daarom maakte ik zondagmiddag maar een autotochtje door de Douro vallei. In Amarante lunchte ik, een sfeervol plaatsje dat een paar dagen later ook door het water overvallen zou worden (zag ik vanuit Lissabon op de Portugese TV).

Évora
Van Guimaraes naar Évora is een behoorlijk eind rijden. Om niet dezelfde route te hoeven rijden als zaterdag (en om de lange rit te breken) besluit ik een tussenstop te maken in Tomar. Hier staat een kasteel annex klooster van de Orde van de Tempeliers. Deze Tempelridders hebben een grote rol gespeeld in de Portugese geschiedenis, en Tomar is het meest aansprekende overblijfsel. Het enorme gebouw lijkt wel een vesting, maar binnen zijn er met name in het kerk-gedeelte mooie dingen te zien. De charola bijvoorbeeld, een ronde toren vol met fresco’s en goud.

port2Évora zelf is een van de meest toeristische plaatsen buiten Lissabon. Het is een oude stad met een geheel intacte stadsmuur rondom het centrum. De stad deed mij nogal aan Spanje denken, aan Avila bijvoorbeeld waar ik een paar weken daarvoor nog was geweest. Hemelsbreed ligt het er ook niet zo ver vandaan. Helaas was het weer hier niet zo mooi, wat toch je kijk beïnvloedt.

Wat je echt gezien moet hebben is de Botten Kapel. De muren van deze kapel zijn volledig bedekt met menselijke botten, een paar duizend in totaal. Rechts achterin (zie ook de foto) bungelen daarnaast nog het skelet van een man en een kind. Vreemd, luguber om zoiets te zien – je verwacht het ook totaal niet in het wat chique Évora (eerder ergens in Latijns-Amerika).

Lissabon
Lissabon is een van die Europese steden waar je met een gerust hart meerdere keren naar toe kunt gaan. Ik was er op 1e Kerstdag (2e kennen ze niet), en gelukkig was er hier nog genoeg open. ’s Avonds at ik telkens bij een Indiaas restaurant (achter het Rossio station), ook weer een voordeel van een grote stad: je kunt eens wat anders eten dan vis.

Sintra
port3Vanuit Lissabon maakte ik twee dagtochten naar plaatsen in de buurt. Eerst naar Sintra, waar ik 11 jaar geleden ook al eens was. Vreemd genoeg herinner ik me er niets van (heb ik wel vaker). Het is er vandaag bewolkt en het motregent, maar toch kun je de magie van deze plek voelen. Het lijkt wel of hier met opzet alleen maar frivole gebouwen neergezet mochten worden. Hoogtepunt in dat opzicht is wel het Palacio de Pena. Dit is een soort sprookjespaleis met allerlei torentjes. Het ligt vrij hoog, nog hoger dan het plaatsje Sintra, en met dit weer waait er een keiharde wind over de pleinen en tussen de poorten. Gelukkig kun je hier ook binnenkijken.

De laatste dag in Lissabon ga ik met de bus naar Alcobaca, zo’n 2 uur rijden. Expresbussen rijden hier frequent tussen alle steden, dat is heel handig en comfortabel. De hele heenweg regent het stevig. In Alcobaca aangekomen breekt gelukkig de zon door, zodat ik het plaatselijke klooster (werelderfgoed natuurlijk) van zijn beste kant kon bekijken. Van de buitenkant lijkt het groot en grof, maar binnen zijn er genoeg mooie dingen. En dan met name de keuken: de muren en schoorsteen zijn helemaal glanzend wit en blauw betegeld.

Madeira
Vroeg in de ochtend brengt TAP Air Portugal me op het vliegveld van Funchal. Ondanks het tijdstip is het al zeker 18 graden, onbewolkt en zonnig. Dit is heerlijk zo eind december. Een van de eerste dingen die ik dan ook doe wanneer ik in het centrum van de stad aankom is een ijsje halen. En dat op mijn gemak opeten op een bankje in de zon, aan de haven…

Maar ook heerlijk weer went, en het wordt tijd om ook wat te ondernemen. Funchal verkennen bijvoorbeeld, een kustplaats die overal in Zuid-Europa zou kunnen liggen. Met heel veel toeristen, restaurants en souvenirwinkels. De stad is ook een beetje een voorbode voor de rest van het eiland: er is op cultureel gebied niet al teveel te zien. Wel laat ik me per bus de steile helling op vervoeren naar de botanische tuin en het trieste vogelpark ernaast. Het leukste van dit tripje is de weg terug, die ik wandelend afleg (de taxichauffeurs negerend die me voor 10 euro naar beneden willen brengen).

port4De volgende ochtend zit ik om 10.30 uur in de bus naar Santana. Het is een van de weinige bussen waar je als toerist wat aan hebt. De bus zit helemaal vol (met toeristen, geen local te bekennen). De rit van anderhalf uur brengt je van de zuid- naar de noordkust van Madeira, al slingerend door de bergen. Het is echt een hele mooie route, een excursie op zich. Je kunt je niet voorstellen hoe zo’n klein eiland dergelijke hoge bergen en woeste bossen kan herbergen. Het eindpunt, Santana, is daarentegen wel een afknapper. Behalve een paar kleurrijke huisjes (zie foto) heeft dit dorp eigenlijk niets te bieden.

Op de laatste dag regent het opeens in het paradijs. Ik voel me een beetje bekocht, wil juist vandaag een wandeling gaan maken. Omdat ik voor mijn Werelderfgoed-verzameling toch nog het Laurierbos van Madeira op de foto moet zetten, ga ik met de bus naar Ribeiro Frio. Dit is een dorpje in de bergen, zo’n 45 minuten vanaf Funchal. Nou ja dorpje, eigenlijk bestaat het maar uit 1 restaurant, 1 souvenirwinkel en een forellenkwekerij. Het is ook vertrekpunt voor de populaire wandeltocht naar Portela. Ik wandel een half uurtje rond in deze omgeving, foto’s makend van wat (naar ik hoop) laurierbomen zijn. Dat valt nog niet mee wanneer de wolken half tussen de bomen hangen. Gelukkig komt er al snel weer een bus die me terugbrengt naar Funchal.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s