In de zomer van 1992 maakte ik een georganiseerde rondreis door Turkije, onder de naam “All Turkey”. De reis was bijzonder omdat in 22 dagen 17 verschillende steden werden aangedaan. Hoewel je overal dus maar even bleef, was het een zeer interessante reis door de vele verschillende culturele en natuurlijke hoogtepunten. Ook waren er gebieden in het reisprogramma opgenomen waar je nu (gezien de politieke situatie) niet makkelijk meer komt.
Istanbul
Een metropool van de eerste orde, Istanbul is een stad om tijden in onder te duiken. Je hebt de Blauwe Moskee (de binnenkant is blauw) en de Aya Sophia daartegenover. Het Topkapi Paleis met zijn rijke museum. De Bijzantijnse Cisterne (een mysterieus aandoend ondergronds waterreservoir). De grote bazaars met hun kruiden, gouden sieraden en aparte sfeer. Het moderne Istanbul is ook de moeite waard. Er zijn goede restaurants en veel mogelijkheden om in je souvenir-behoefte te voorzien.

Centraal-Turkije
De hoofdstad Ankara was – met uitzondering van het Museum van Anatolische beschavingen – de moeite van het bezoek niet waard. Het is meer een stop-over tussen Istanbul en “het echte Turkije”. De reis ging verder langs de Zwarte Zee: Trabzon, Samsun en Giresun. Veel Russische handelaren in de steden. In Giresun geleerd dat deze plaatsnaam de oorsprong vormt van het woord “kers” (of het klopt weet ik niet, maar het is wel een interessante theorie). Ook bezochten we in de brandende zon de overblijfselen van Hattusas. Hoewel ik ooit op de middelbare school de Hittieten als onderwerp voor een mondeling tentamen had gekozen, konden deze schamele overblijfselen me niet echt boeien. Je moet wel een erg levende fantasie hebben om je voor te kunnen stellen hoe dit volk hier ooit geleefd heeft.

Oost-Turkije
Dit deel van Turkije is heden ten dage niet meer zo makkelijk te bereiken als in 1992 vanwege het Turks-Koerdische conflict. Oost-Turkije is een echt grensgebied, met Armenie en Iran als naaste buren. We stopten eerst in de stad Kars, waarvoor de enige toepasselijke omschrijving is “het einde van de wereld”: stoffig, grijs, verlaten Maar er bleek na Kars nog meer te zijn. De overblijfselen van het Armeense dorpje Ani bijvoorbeeld. Slechts een rivier scheidt deze locatie van de voormalige Sovjet-republiek Armenie. Van het dorp zelf is niet veel over, maar in enkele gebouwen kun je toch nog de typische bouwstijl herkennen. Even verderop ligt het paleis van Ishak Pasha strategisch op een bergpas richting Iran.

Ik heb ook speciale herinneringen aan de steden Van en Diyarbakir in het zuidoosten. Diyarbakir heeft een zeer oriëntaalse sfeer met zijn nauwe straatjes en grote bazaar. We ontmoetten er ook een aantal jonge Koerden die graag over hun politieke situatie wilden spreken. Diyarbakir is niet alleen een strategische plek voor de Koerden en Turken, ook verbleven er tijdens de Golfoorlog VN-militairen. Een achtergebleven witte tank sierde nog het straatbeeld. Ook konden mensen zich nog een optreden herinneren van – het is echt waar – Anita Meijer en Lee Towers.
Zuid-Turkije
Vlak, ruim en dunbevolkt. Deze woorden schieten me te binnen als ik denk aan het zuiden van Turkije. Ook meer Arabische invloeden. In de stad Urfa bijvoorbeeld is het heet, waait de stof door de straten en bepalen Arabieren het straatbeeld. Maar ook in dit deel van Turkije heeft de geschiedenis haar sporen nagelaten. In het plaatsje Harran zijn de ruïnes te vinden van de eerste universiteit ter wereld. Het plaatsje is nu nog maar heel klein en lijkt geen deel uit te maken van de 20ste eeuw.

West-Turkije
Nemrut Dagi is een van mijn favoriete plekken op aarde. Het ligt in centraal Turkije, redelijk ver van andere interessante plaatsen. Om deze berg te bereiken cross je eerst anderhalf uur per jeep door een adembenemend landschap. Vervolgens wacht je een steile klim van een half uur. Gedurende deze twee uur heb je geen flauw idee waar je uit zult komen. Wanneer je op de top van de berg aankomt wordt alles echter duidelijk: grote hoofden (groter dan jezelf) van oude Grieken liggen verspreid in de rondte. Ze zijn van een hoger gelegen plateau naar beneden gevallen. Wat een gezicht moet het zijn geweest toen alle hoofden nog rechtop stonden, hun blikken de omgeving afspeurend!

Vervolgens stond Cappadocië op het programma. Het eerste wat opviel was dat we daar terug kwamen in de westerse wereld. Je kunt er lekker eten (weer eens iets anders dan de keuze tussen döner kebab of adana kebab), uitrusten en op souvenirjacht gaan. Het landschap is er prachtig en is een van de vele unieke dingen die Turkije te bieden heeft. Van Pamukkale herinner ik me niets meer dan dat het tegenviel en dat ik er spaghetti gegeten heb. Erg toeristisch, niet duidelijk waarom. De plaats Efese is een erfenis uit de rijke Griekse geschiedenis. Ook in dit opzicht is Turkije interessant. Als je in Efese rondloopt kun je je voorstellen hoe een stad in de Griekse oudheid er uit heeft gezien: de wegen, de verschillende huizen en tempels, en natuurlijk het amfitheater. Het slot van de reis vormde de badplaats Kusadasi: een Benidorm in de dop.